Het is wellicht geen toeval dat de meeste fans uitkeken naar de “karate-scene” op de nieuwe dubbel-DVD “By The Presley’s”. Ook al bevat het hele fragment maar enkele minuten onuitgegeven materiaal, het blijft fascinerend om zien hoe Elvis opging in zijn sport. Hoe hij met passie praat over Karate, over de herkomst van de technieken en de verklaring van het woord ka-rate (open hand). Niets maakte Elvis blijer dan een nieuw karate-diploma, waar hij vooral in 1974 uitgebreid over sprak tijdens zijn Las Vegas-shows, waar hij ook z’n zwarte band toonde, en gretig enkele demonstraties gaf. Maar... wàs Elvis echt zo goed op de vechtmat of kreeg hij de zwarte gordel sneller omdat hij eenmaal “Elvis” was? Een zoektocht naar de roots van de Karate King.
- door Peter Verbruggen
Op 15 juli 2005, nauwelijks twee maanden geleden dus, kreeg Elvis postuum één van de onderscheidingen die hij zelf het mooist zou gevonden hebben: hij werd officieel opgenomen in de Martial Arts Hall of Fame in New York, een ereplaats voor mensen die een bijzondere verdienste hebben in de wereld van de gevechtskunst. Elvis krijgt er een plek naast die andere karate-grootheden, Bruce Lee, Chuck Norris en Jackie Chan. De uitreiking gebeurde in drievoud: één onderscheiding vertrok naar Graceland, een tweede werd verstuurd naar Elvis’ geboortehuis in Tupelo, en een derde award werd tijdens de plechtigheid in ontvangst genomen door de Amerikaanse volksvertegenwoordiger Harold Ford, die de stad Memphis vertegenwoordigde.
RECHT IS GESCHIED
Volgens de commissie die Elvis voordroeg voor de Martial Arts Hall of Fame, bezorgde Elvis de karate-sport een wereldwijde uitstraling door z’n demonstraties in de documentaire “On Tour”, z’n toeweiding tot de sport en z’n plannen om als allereerste acteur een documentaire te maken over de herkomst van Karate. “Eigenlijk is deze award veel te laat gekomen”, zei Everett Dutschke, hoofd-instructeur van de Tupelo Taekwondo Plus-school. “Elvis had al jaren recht op deze onderscheiding. Maar het is goed dat recht toch nog geschiedt.”
Daarmee is Elvis de allereerste Amerikaan ooit, die in vier verschillende Halls of Fame opgenomen wordt.
GADGETS
De sporen van Elvis’ grote liefde voor karate blijven tot op vandaag onuitwisbaar. Overbekend zijn natuurlijk de prachtige foto’s die in juli en september 1974 genomen werden in het Karate Institute in Memphis, en de demonstratiefilm die rond dezelfde periode mét en zònder geluid opgenomen werd. Maar er is véél meer dan enkel die stille getuigen. Kijk even op eBay, en je vindt een waaier aan Elvis/karate-gadgets, zoals replica’s van de TCB-karate badges, replica’s van Elvis-karatepakken (met brede broekspijpen), Elviskarate-voet- en muismatten, beeldjes en zelfs whiskey-flessen in de vorm van Elvis’ bekendste karate-houding. Op dezelfde site cirkuleren ook gitaren met de bekende Ken-Po-karatesticker opgekleefd. Voor de meer gespecialiseerde fans, waren er recent ook enkele interessante voorwerpen op veilingen gekomen. Zo ging onlangs een karate-broek onder de hamer die op vraag van Elvis door Bill Belew ontworpen werd, maar uiteindelijk nooit gediend heeft. Ook de vlag “Ways of Honor”, die in het Karate Institute hing waar Elvis meestal trainde, vond z’n weg naar een koper. En onlangs dook nog een singletje op van de groep Blue Birds met de veelzeggende titel “Elvis loved Karate”. Kortom, de feiten zijn wat ze zijn: Elvis ìs King of Karate.
HIS HAND IN MINE
Elvis ontdekte karate al in de jaren ‘50, en was één van de eerste grote artiesten die zich openlijk associeerde met de sport, ook al was “karate” in de vroege jaren ‘60 een sport die door het merendeel van de Amerikaanse beschaafde burgers verafschuwd werd. Vooreerst was het een buitenlandse sport, die niet eens in de Olympische discipline opgenomen was. Daarnaast had de sport een agressief imago, dat niet verbeterde toen de politie van Denver een inval deed in een motorkroeg, waarvan alle leden karate-beoefenaars waren, en er in het gevecht twee doden vielen. De pers bracht het voorval uitvergroot in de kranten, en liet geen kans onbenut om de ruwe, gewelddadige sport in een slecht daglicht te brengen. Wie karate beoefende in de sixties, zat aan de slechte kant van de samenleving... Wellicht verklaart dat ook waarom Elvis, die zich geen fout imago kon veroorloven, zich niet of nauwelijks liet fotograferen in karate-outfit. De weinige foto’s die wél bestaan, werden voor strikt privé-gebruik genomen. Maar toch... toch vond Elvis wel een subtiele manier om z’n passie voor de gevechtskunst te tonen. Kijk bijvoorbeeld even naar de hoes van de gospel-LP “His Hand In Mine”.
Elvis speelt ogenschijnlijk een devoot lied aan de piano, maar in werkelijkheid draagt hij in de linkerrever van z’n vestje een onvervalste karate-pin!
Waar Elvis’ passie voor karate z’n oorsprong vindt, is niet helemaal duidelijk. Zeker is dat hij de film “Blood on the Sun” uit 1957 verschillende keren zag, en dus ook de judo-scènes die James Cagney erin toonde. En drie jaar eerder, was de er film “Bad Day at Black Rock” met een éénarmige jujitsu-expert. Ook die film zag Elvis meer dan eens, minstens twee keer in het door hem afgehuurde Orpheum-bioscooptheater in Memphis. Films spraken Elvis enorm aan — denk maar aan de de James Dean-klassieker “Rebel Without A Cause” waarvan Elvis elk woord van buiten kende — maar daarnaast hield Elvis gewoon van extreme fysieke inspanningen. Die combinatie verklaart wellicht het best waarom Elvis zich aangetrokken voelde tot de Oosterse gevechtskunst.
KUNG FU
Pas eind jaren ‘60 begon het negatieve imago van Karate te veranderen.
De grootste ommezwaai kwam er toen de tv-reeks “Kung Fu” op het scherm kwam. Plots leerde kijkend Amerika de ‘zachte’ kant van de sport kennen.
Kung Fu, of Karate, was géén aanvalssport, maar diende enkel ter verdediging. De karate-scholen die voorheen nauwelijks konden overleven, werden op enkele maanden tijd overspoeld door kandidaat-karateka’s. En Elvis... die zag geen reden meer om z’n kennis te verbergen.
Al tijdens de repetities in juli 1969, liet hij z’n band muziek maken op een reeks karate-bewegingen die hij had ingestudeerd. Z’n comeback in Las Vegas, op 31 juli van datzelfde jaar, liet niks meer aan twijfel over: Elvis stapte op het podium in een lichtjes aangepaste
karate-outfit: zwart pak, zwarte gordel, brede pijpen. Kostuum-ontwerper Bill Belew zou daarover later verklaren dat hij z’n inspiratie had gevonden bij de karate-pakken die Elvis toen al tijdens z’n vrije tijd droeg. “Elvis gaf me de vrije hand”, zegt Bill Belew daarover, “maar hij maakte me wel duidelijk dat een gi (karatepak) makkelijk zat: het gaf hem een gevoel van vrijheid op het podium, en dus resulteerde dat in mijn allereerste outfit voor Las Vegas: een tweedelig karate-pak met een speciaal geborduurde V-hals. Toen hij het podium opstapte, was hij de onbetwistbare King van Vegas.”
In “Elvis On Tour” zag de wereld voor het eerst Elvis aan het werk als karate-artiest. Het einde van Polk Salad Annie werd één langgerekte commercial voor de sportdiscipline, met een combinatie van voet- en handkarate. Later dat jaar, vooral tijdens de shows van september, begon Elvis voor het eerst uitgebreid te praten over de sport, een ‘routine’
die in het najaar van 1974 zelfs tot een woede-uitbarsting van Colonel Parker leidde.
NEW GLADIATORS
Dat jaar, 1974, was het passie-jaar voor Elvis. Het paradepaardje van de toenmalige ‘Elvis Presley Enterprises’ moest een speelfilm annex documentaire worden van 90 minuten waarin Elvis vertelde over karate, terwijl leerlingen van Kang Rhee demonstraties gaven. Elvis had zelf een naam bedacht voor het project: “New Gladiators”, en hij geloofde dermate in het succes van de film, dat hij zich borg stelde voor de financiering, ter waarde van 125.000 dollar - een kapitaal in 1974.
De eerste grote voorbereiding vond plaats op 4 juli 1974. Elvis, Red West en Ed Parker gaven die dag een demonstratie van 90 minuten. Elvis had zelf een journalist van de plaatselijke krant “The Memphis Commercial Appeal” uitgenodigd, die een dag later uitgebreid berichtte over de karate-kennis van Elvis, én er een foto van Elvis en Ed Parker bij plaatste.
Op 16 september herhaalde dat scenario zich, al waren er dit keer méér reporters aanwezig, en werd er ook gefilmd. Niét met de bedoeling de tapes te gebruiken in de definitieve documentaire, wel om te dienen als studiemateriaal voor ‘producer’ Elvis Presley. Overigens was één van de aanwezige journalisten Steve Dunleavy, die in zijn verslag enkele quotes van Red West verwerkte. Uitgerekend dié Steve Dunleavy schreef — op aangeven van dezelfde Red West — het schandaalboek “Elvis What happened?”. in zekere zin werd dus tijdens die film-sessie de basis gelegd voor de droeve laatste dagen van the King. Wat meer is: de man die Priscilla wegkaapte bij Elvis, was Mike Stone… uitgerekend karate-trainer van beroep.
THIS IS ELVIS
Ook the Commercial Appeal was op de draaidag aanwezig, en citeerde Elvis als volgt: “Ik wil de beste karate-instructeurs samenbrengen, zodat ze elk hun specialiteit kunnen tonen.” De twee belangrijkste technieken die aan bod zouden komen, zo zei Elvis, waren de Ken-Po-methode van Ed Parker, die vooral gebruik maakte van de handen, en de Tae Kwon Do-techniek van Kang Rhee, die vooral op voetwerk was gefocussed. Zelfs aan de off screen-stemmen had Elvis gedacht, want hij noemde George Klein, George Waite en Jerry Schilling bij naam. Toen de journalist vroeg wanneer de film klaar zou zijn, antwoordde Elvis afwijkend:“Later, want dit project gebeurt tussen het toeren door. Het kan één jaar duren, twee, misschien drie.”
Het project zou uiteindelijk nooit afgerond worden, al verschenen er in
1981 wel korte fragmenten in de film “This Is Elvis”, en doken er ook op de DVD “By The Presleys” nieuwe beelden op. Volgens Wayne Carmen, die bij de proef-opnames aanwezig was, bestaat er een tape van minstens 20 minuten, waarop Elvis diverse karatetechnieken demonstreert.
“Elvis glom van trots toen hij ons over het project vertelde”, zegt Wayne — die naast Kang Rhee het vaakst op de demonstratie-foto’s van 1974 voorkomt. “Hij had zelfs al een idee van de openingsscène: Elvis zou vertellen over de inhoud van de film, terwijl de camera zich langzaamaan over zijn schouder terugtrok totdat de kijkers hem in volle karate-outfit konden zien. In een tweede shot zou de camera honderden oefenende karateka’s in beeld brengen, om vervolgens te tonen dat alle vechters zich op de top van een berg bevonden. Elvis was gék van het idee, en zag in z’n gedachten al die grootse, imposante openingsscène.”
SPANNING WAS VOELBAAR
De dag dat het camerateam in de oefenzaal arriveerde, staat voor eeuwig in Wayne Carmens geheugen gegrifd. “Er hing een sfeer in de lucht die je maar één of twee keer in je leven meemaakt”, zegt hij daarover. “Je kon de spanning voelen. De spanning ademen, zelfs. Dit was immers hét begin van hét project. Ik zou zelf een actieve rol spelen, als trainer en als oefenaar. Ondanks de camera’s, had ik besloten dat ik me maar op één zaak zou focussen: de technieken die Elvis gedemonstreerd wou zien. en plots was hij daar: Elvis. Hij kwam via de trap en de hal de zaal binnen, terwijl elke pas die hij zette, gefilmd werd. De cameralui hadden een blik van respect en verontschuldigingen: respect omdat Elvis dat uitstraalde, en verontschuldiging omdat ze het gevoel hadden in de weg te lopen.”
Red West, die het hele project van dichtbij meemaakte, herinnert zich nog dat hij Elvis vooraf moed moest inspreken. “Elvis wist zeer goed dat er gefilmd zou worden, en dat zelfs de proefopnames eeuwig zouden blijven bestaan. Dit was immers de eerste keer dat hij, ‘Elvis’, karatedemonstraties zou geven. En op zulke gevallen, dreigde Elvis het slachtoffer van zijn eigen bescheidenheid te worden: hij dacht dat hij te dik was, en dat hij onvoldoende kennis had om de documentaire te leiden. Pas nadat we in Graceland op hem hadden ingepraat, stemde hij in om de proefopnames te doen. Maar wél met de belofte aan zichzelf om tegen de echte opnames minstens 10 kilo te verliezen. Helaas...”
LAS VEGAS
De enige die helemààl niet tevreden was met het Gladiators-project, was Colonel Parker. Hij weigerde elke medewerking, en verbood Elvis zelfs om er op het podium over te praten. Dat laatste gehoorzaamde Elvis ook, maar in het najaar van 1974 hield hij op het podium toch lange monologen over karate. Alsof hij ‘on stage’ repeteerde voor de echte opnames. Met zijn TCB-Band had hij, net zoals in 1969 en 1972, een demonstratie-nummertje ingestudeerd, dit keer bij het begin van “If You Talk In Your Sleep”. In een enkel geval, liet Elvis zelfs z’n karatepak brengen, zodat hij de demonstratie ‘in vol ornaat’ kon geven. Het nummer eindigde stevast met een lange toelichting over karate, in sommige gevallen duurde de monoloog zelfs 14 minuten en meer. “Karate is een kunstvorm, en geen sport”, zei Elvis. “Ik oefen het elke dag. Karate en Kung-Fu zijn wezenlijk hetzelfde, al is Kung-Fu toch zachter van aanpak.
Ik hou van karate, omdat het me mezelf leert kennen. Ik train er mijn fysieke discipline mee, mijn gedachtenbeheersing, en zelfs mijn werk op het podium”, zei hij op 30 augustus 1974 in Vegas. “Met borden breken heeft het niks te maken. Het is een levensweg geworden. Niet omdat ik me ermee wil verdedigen, maar omdat het me gidst. Karate helpt me in elk aspect van het leven: mijn voeding, mijn oefeningen, zelfs mijn ademhaling. Er is ook geen leeftijdsbeperking: kinderen kunnen het leren, en bejaarden. Karate maakt een beter mens van je, en het is heel anders dan sommige mensen denken.” Elvis voegde er ook de verschillende graden aan toe. “Het hoogst haalbare niveau, is de zwarte gordel, tiende Dan. Dat hebben maar een paar mensen in de hele wereld. Drie dagen geleden, dames en heren, kreeg ik de zwarte gordel, achtste Dan. (applaus) daarmee ben ik nu ‘Master of the Art’ (applaus)”.
VOORBEELD VOOR DE SPORT
Elvis vertelde nog hoe de meeste technieken ontstonden — door observatie van dieren — en dat hij de karatenaam ‘Tiger’ had gekregen. Voor het Vegas-publiek was het duidelijk: Elvis was gefascineerd, gebiologeerd bijna, door karate.
Maar wàs hij echt zo goed? Per slot van rekening is het aantal echte “Masters of the Art” op twee paar handen te tellen, en Elvis hield er een typisch Amerikaanse levensstijl op na, fastfood inbegrepen.
“Het zal je misschien verbazen, maar Elvis was uitstekend”, zegt John Conway, hoof van de Ierse Karate Association, die in 1974 enkele oefenlessen bijwoonde in Memphis. “Elvis verdiende zijn titel, en niet omdat hij toevallig Elvis heette.” Ook Kang Rhee bevestigt dat: “Elvis had alle talenten die karate vereisen”, zegt hij. “Hij kon luisteren, klappen opvangen, en vergeven. Hij had de fysiek, de techniek en de vastberadenheid. Hij werkte zich kapot voor z’n zwarte gordel, en heeft die met volle recht verworven.” Ed Parker, die in 1974 achttien scholen had in Amerika, noemde Elvis zelfs ‘een voorbeeld’ voor de sport. “Elvis was één van de zeer weinige mensen ter wereld, die tijdens de karate-oefeningen afstand kon nemen van zichzelf. Hij had de interne kracht om Elvis Presley te overstijgen.”
AANBEVOLEN LITERATUUR: “Karate Legacy” door Wayne Carmen. 120 blz, 30 foto’s.
45 euro
leden: 40,05 euro
ereleden 38,25 euro
|