De shows die ons Elvis teruggaven
Nergens, zelfs niet op de gespecialiseerde websites, lazen we de voorbije weken één letter over de 35ste verjaardag van de Houston-shows in Texas. Merkwaardig is dat, want deze 6 shows betekenden een mijlpaal in de carrière van Elvis. Vooreerst zou Elvis op het podium staan voor het grootste publiek in z’n hele leven (de tv-specials uitgezonderd), maar vooral: deze live shows brachten Elvis opnieuw “on the road”.
Even een flashback: als Elvis begin 1969 hoort dat Tom Parker hem in het International Hotel in Las Vegas geboekt heeft, reageert hij tegelijk opgewonden en terughoudend/ Natùùrlijk wil hij weer live spelen. Maar willen de fans hem nog wel, na al die filmjaren? Het antwoord is bekend. Waar op dat ogenblik niét over gerept werd, was de vraag of Elvis ooit weer, net zoals in de fifties, van stad tot stad zou trekken met een hele live show? Pas tijdens de laatste van de 57 Las Vegas shows in 1969, begon Tom Parker stilaan in die richting te denken.
“Ons werd niets gevraagd. Het management van Tom Parker belde ons, en zei gewoon dat we op tournee gingen”, herinnert John Wilkinson zich. “Las Vegas spelen was al een enorme kick – maar de Houston Astrodome… dàt was pas een uitdaging. Elvis wist heel goed wat hem te wachten stond: of hij zou, weg van de glitterstad Las Vegas, triomferen, of hij zou beseffen dat zijn comeback van héél korte duur geweest was. Naarmate de datum van 27 februari 1970 dichterbij kwam, zag je de spanning stijgen bij hem. Op zekere avond, het was vlak voor één van de laatste shows die we in Las Vegas deden in februari 1970, riep hij ons allemaal bij zich in zijn suite. ‘Luister jongens’, zei hij. ‘De Astrodome is een gigàntische zaal. Ik ga alleen als jullie 100% achter me staan. Ik ben ‘slechts’ de zanger, maar jullie zijn de band.’ We verzekerden hem dat we als één man achter hem zouden staan. Vanzelfsprekend, maar hij wou het toch uit onze mond horen. Dat stelde hem gerust, denk ik.”
Uiteindelijk was het Tom Parker die zelf de beslissing nam om op te treden in de mega-openluchthall van Houston, Texas. De belangrijkste reden was: tijdens de rodeo-week kón het voor Elvis niet mis gaan. De shows lokten op zich al een massa volk. Zelfs als het Amerikaanse publiek niet de moeite zou doen om naar een Elvis-concert te gaan, dan nog zou Elvis niet voor lege stoelen spelen.
Dat was het voordeel – maar de nadelen wogen minstens even zwaar door. Vooreerst zou Elvis niet de “enige” artiest zijn die tijdens de Rodeo-week aantrad. Het souvenirboekje uit februari 1970 toont het lijstje van zangers die tijdens de 38ste Annual Houston Livestock Show het spotlight deelden met The King: Charley Pride, Bobby Goldsboro, Buck Owens, Roy Clark, …Bovendien was de Astrodome (kortweg “Dome”) een muzikaal spookhuis. Glenn D. Hardin: “De akoestiek was verschrikkelijk. We keken naar mekaar, en hoorden vaak niet wat we speelden. Het geluid werd door kleine, scherpe luidsprekers uitgespuwd, en van zodra we een nummer hadden uitgespeeld, kregen we de echo terug op het podium.” Dat “podium” stelde overigens niet meer voor dan een uitgebouwde open truck, waar helemaal geen plaats was voor het orkest van Bobby Morris – wéér een handicap voor Elvis die net een sterk repertoire mét orkest bij mekaar had gebracht. Het podium kon ook 180 graden draaien, zodat iedereen in het immense publiek de kans kreeg Elvis te zien. Omwille van dat bijzondere podium zou hij in een open jeep het stadium binnengereden worden, en dan via de achterbank van de rode jeep op het podium stappen om zijn show te beginnen. Net zoals in de dagen voor zijn Las Vegas shows, moet Elvis opnieuw uitgelaten en tegelijk verontrust geweest zijn. Maar dat zou snel voorbij zijn, zodra hij in de bomvolle Houston Dome de microfoon greep. Ook al was er geen enkele plaats vrij – wat bij de Houston Rodeo shows wel vaker gebeurde – toch liet Elvis fijntjes een nieuw record optekenen: in de 38-jarige geschiedenis van de Dome zou het de eerste keer zijn dat een artiest tijdens een namiddagconcert, middenin de week nota bene, voor een vol huis zou spelen. De vraag die Parker zich stelde, of Amerika nog wel geïnteresseerd was in zijn ‘jongen’, kon geen treffender antwoord krijgen.
Voor Elvis en zijn groep muzikanten begon het avontuur op 25 februari, toen de hele ploeg met het (geleende) DC9-vliegtuig van hotel-baas Kirk Kerkorian naar Houston vloog. Twee dagen eerder, de 23ste, had dezelfde ploeg nog in het Las Vegas International de laatste show van de tweede reeks afgewerkt. Elvis had de kans om met een tweede vliegtuig naar Texas te vliegen, maar verkoos toch samen met ‘zijn’ band aan boord te gaan.
De show opende met “All Shook Up”, net zoals hij dat in Las Vegas gedaan had. Maar zoals verwacht, viel het geluid vooral tijdens het begin van de show tegen. Technici deden hun best om de schade te beperken, maar slaagden daar pas na een aantal songs in. De echo die zo kenmerkend is voor de Dome, bleef echter terugkomen. Elvis werkte zich doorheen zijn vaste Vegas-set, en sloot af met “Can’t Help Falling In Love”, wat inmiddels een ‘traditional” in zijn repertoire geworden was. 6 keer zou hij in de Dome spelen, en 6 keer eindigde de laatste noot van “Can’t Help Falling In Love” met een lange, staande ovatie. Op het einde van de 6 shows, had Elvis nog maar eens een record verbroken: nooit eerder had één artiest zoveel volk op de been gekregen. In totaal zou Elvis 240.000 mensen (een kwart miljoen!) op 3 dagen tijd entertainen. In de welkomsthal van de Dome werd na de zaterdagshow een speciaal bord opgehangen, dat het bezoekersrecord die dag weergaf: 43,614 betalende bezoekers voor één show!
Elvis droeg voor de 6 shows 5 verschillende pakken: het “White Sleek suit”, de “Thin Green Leaf suit”, het “Blue Indian Leather suit”, het “Plain White suit” en twee keer het “White Pearl suit”. Tijdens de shows droeg Elvis een country-like outfit, compleet met zonne-buckle en een bruine Stetson-hoed. Het was ook in die outfit dat Elvis na de shows de journalisten te woord stond, en de souvenir-kraampjes bezocht.
De pers was wild enthousiast. In de gezaghebbende “Los Angeles Times” schreef journalist Robert Hilburn: “Net zoals in Vegas, was Elvis meesterlijk. Zijn stem blijft de beste in de rock- en popgeschiedenis, en zijn podiumbewegingen, misschien minder zelfbewust dan afgelopen zomer in Vegas, Nevada, waren in perfecte harmonie met de muziek. Presley kreeg een lange staande ovatie toen hij het podium verliet. Na een decenniumlange afwezigheid, heeft Presley twee enorme uitdagingen – Las Vegas en de Astrodome – met verbazingwekkend gemak overwonnen.”
Na de zesde en laatste show, gaf Elvis een persconferentie in aanwezigheid van ongeveer 100 journalisten in de Conference-zaal van het Astroworld hotel. Hij kreeg er 5 gouden platen overhandigd, de buit van één jaar. Met die 5 trofeeën brak Elvis nog maar eens een record. Geen enkele artiest had hem dat op één jaar tijd ooit voorgedaan. Het ging om de singles “Don’t Cry Daddy”, “Suspicious Minds” en “In The Ghetto”, en de LP’s “Elvis In Person At The International Hotel” en “From Elvis In Memphis”.
Tijdens de persconferentie zei Elvis dat hij een “big thrill” had gevoeld in de Astrodome. “Ik weet dat ik een contract heb om opnieuw in het International Hotel op te treden, maar verder ligt er nog niets vast”, zei hij. En toen hij gevraagd werd wat zijn succesformule voor de Astrodome was, reageerde hij: “Ik wist dat ik in deze grote zaal weinig rechtstreeks contact met het publiek zou hebben, daarom besloot ik zo hard mogelijk te werken op het podium, mijn show te doen en meteen te vertrekken. Het geluid stoorde me, want ik kreeg mijn eigen echo teruggekaatst. Tenminste, in het begin, want mijn technici losten het op.”
Kort na de persconferentie, rond 3 uur in de namiddag, verliet Elvis het Astrodoworld hotel. Hij liet 20 koffers en 3 gitaren oppikken, en een check van 1,2 miljoen dollar. Terwijl de band terug naar hun eigen woning keerde, besloten Elvis en Priscilla om samen met een paar vrienden naar Palm Springs te vliegen, om daar een korte vakantie te houden.
De Houston-dagen moeten zonder twijfel tot de gelukkigste uit zijn leven behoren. Zijn huwelijk met Priscilla liep nog steeds op wieltjes, hij was de trotse vader van een flinke dochter van 4. Alles wat hij aanraakte, veranderde in goud, en zeker na zijn verpletterende préscence in Texas, stonde concertpromotoren mekaar te verdringen om deze herrezen Wonderboy te boeken. Op minder dan enkele maanden tijd, had hij een lading gouden platen gekregen, trok hij recordaantallen bezoekers aan, was de bestverdienende ster van het moment (met een geschat jaarinkomen van 6 miljoen dollar), en werd de heruitzending van zijn 68 Comeback Special-televisieshow voor de tweede keer bedacht met de hoogste waarderingscijfers van het jaar. Het invloedrijke muziekmagazine Cash Box verkoos Elvis als “Topartiest” van het jaar, en Tom Parker zat in de meest luxueuze zetel van het land: hij moest maar even met de vingers knippen om het geld te laten binnenrollen. Elvis was back – hotter than ever before. Ook de fans kregen wat ze wilden: na de triomftocht door Texas, had Elvis het muziekvirus weer stevig beet. Het eerste wat Elvis zijn manager vroeg toen hij na Palm Springs terugkeerde, was: “En Colonel, wanneer gaan we weer on the road?” Het antwoord was veelbetekenend: “Waarom zou je hard werken, als je in Las Vegas zittend rijk kan worden?”
Elvis zou pas in 1974, opnieuw in maart, terugkeren naar de Dome, voor twee shows. (PV)
|