Elvis 75: 4 CD’s met boek
Sony Music Legacy Recordings stelt met gepaste trots de boxset ‘Elvis 75 – Good Rockin’ Tonight’ voor, een unieke collectie die het beste van Elvis’ werk verzamelt, zowel op artistiek als commercieel vlak. Deze box werd samengesteld naar aanleiding van Elvis’ 75ste verjaardag op 8 januari 2010.
Elvis’ grootste hits zijn wereldwijd bekend in alle lagen en leeftijden van de bevolking. De hitnoteringen zijn uiteraard van vitaal belang in Elvis’ carriëre, maar om een totaalbeeld te krijgen van de evolutie die The King in zijn muziek maakte is het belangrijk om ook kennis te maken met de minder bekende songs die vaak een even belangrijke muzikale en historische waarde hebben. Tijdens zijn leven nam Elvis niet minder dan 711 masters op, zodat het een hele klus was om de juiste selectie te maken voor deze uitgave. De gekozen selectie geeft een overzicht van zijn eerste demo-opname in 1953 tot zijn laatste hit in 1977 en zelfs verder met de wereldwijde remix hit ‘A Little Less Conversation’ in 2002. Deze box bevat 100 digitaal gerestoreerde masters die met de meest moderne technologieën de best mogelijke sound haalde uit de originele analoge tapes. We overlopen de muzikale hoogtepunten uit Elvis’ carrière.
Het is een verhaal dat begint als een sprookje, die dag dat Elvis zonder afspraak ging aankloppen bij de Sun Records Studio in de zomer van 1953. Hij telde vier dollar neer om een opname te maken die hij wou schenken aan zijn moeder. Secretaresse Marion Keisker vroeg de jonge Elvis wat hij zong. ‘Ik zing alles’ antwoordde hij. ‘Op wie lijk je dan?’, ‘Ik lijk op niemand’ was het gevatte antwoord. Het antwoord klopte...Elvis klonk zoals niemand anders, net zoals er na hem nog ooit iemand zo zou klinken.
Op drie-jarige leeftijd luisterde de kleine Elvis al geboeid naar het koor in de Assembly of God church. Toen Elvis 10 jaar was bracht hij op een kindertalentenjacht het lied ‘Old Shep’ tijdens de Tupelo fair. Het wordt aangenomen dat dit Elvis’ eerste publieke optreden was. Hij won de wedstrijd niet, maar korte tijd later kreeg hij toch zijn eerste gitaar cadeau van moeder Gladys. Van het moment dat hij een aantal akkoorden kon spelen begeleidde hij zichzelf op bijeenkomsten en van tijd tot tijd op het locale radiostation WELO.
Het arme gezin Presley ging hun geluk in het noorden van Tupelo zoeken en verhuisde later naar Memphis. Elvis ging naar de Humes High School waar hij in het begin onopvallend in de massa opging. Naarmate zijn tienerjaren vorderden begon zijn uiterlijk er opvallender uit te zien door zijn wilde haardos, bakkebaarden en flashy kledij zoals korte jasjes en gestreepte broeken. Hij ontdekte de blues en boogie-woogie in Beale Street, klassieke muziek in het Overton Park en de wilde hillbilly en rhythm and blues op radiostations WHBQ en de zwarte zender WDIA. Toen hij afgestudeerd was nam Elvis verschillende jobjes aan om de kost te verdienen. Een muzikale carrière leek veraf. Hij zag Sam Phillips’ advertentie ‘Record Yourself’ en stapte de studio binnen. Hij koos voor ‘My Happiness’ en ‘That’s Where Your Heartaches Begin’. Na de opname sprong Elvis nog geregeld binnen in de studio in de hoop dat Marion Keisker of misschien Sam Phillips zelf zijn stem opgemerkt zouden hebben en een opdracht als zanger voor hem hebben.
In juni 1954 zocht Phillips een zanger om een ballad op te nemen en dacht aan de verlegen jongen die al een jaar lang kwam vragen of er geen werk voor hem was. Elvis bezorgde Phillips niet het resultaat dat hij verwachtte van de sessie en hij besloot dat Elvis de song niet ging opnemen. Hij liet hem echter niet zomaar vertrekken en stelde Elvis voor een aantal songs te zingen waar hij vertrouwd mee was. Elvis gaf drie uur lang het beste van zichzelf en zong country, pop en spirituele liedjes. Phillips was nog niet volledig overtuigd maar merkte wel een zeker talent op. Een week later vroeg hij gitarist Scotty Moore om samen met bassist Bill Black contact te nemen met Elvis en te kijken of ze met iets bruikbaars voor de dag konden komen. Het moment dat Elvis’ leven een definitieve wending zou krijgen was aangebroken... Tijdens een pauze begon Elvis wat te dollen met nummer ‘That’s All Right’ dat in 1947 door Mississippi Blues gitarist Arthur Crudup werd opgenomen. Scotty en Bill dachten dat Elvis er de grap mee hield, namen hun instrumenten en begonnen mee te doen. Op amper twee minuten tijd was de Rockabilly geboren.
Sam Phillips wist dat hij goud in handen had en bracht een testpersing naar DJ Dewey Phillips die de single meteen draaide. De telefoontjes stroomden binnen met de vraag de single opnieuw te draaien. Elvis werd naar de studio gebracht voor een interview. Op aanraden van Sam Phillips moest hij vertellen dat hij studeerde aan Humes High School, zodat de luisteraars meteen wisten dat hij een blanke zanger was.
Op 19 juli 1954 kwam Elvis’ eerste Sun single op de markt en op 30 juli stonden Elvis, Scotty en Bill al op de affiche als voorprogramma van Slim Whitman in het Overton Park theater. Elvis werkte nog steeds als chauffeur bij de Crown Electric company en trad na zijn uren op in clubs en restaurants. Al snel ontdekte Elvis welke reacties zijn stem en bewegingen op het podium in het publiek los maakte. ‘That’s All Right’ werd een hit in Tennessee.
De derde song bij Sun bewees dat het drietal effectief een nieuwe richting in de muziek ontdekt had. In oktober 1954 liepen de aanvragen voor optredens zo massaal binnen dat het trio hun vaste job afgaf om voltijds muzikant te worden. Begin 1955 tekende Elvis een contract met Bob Neal die zijn eerste officiële manager zou worden. Het was Bob Neal die Colonel Parker voorstelde aan Elvis. Parker liet weten dat het talent van Elvis niet bij het kleine Sun label kon blijven en dat hij zou voorstellen aan RCA Victor om Elvis op nationaal niveau te lanceren. Parker ronde de deal af en RCA betaalde Sam Phillips het voor die tijd astronomische bedrag van $35,000. Elvis ontving $5,000 van Phillips voor de royalties. De overdracht naar RCA Victor hield ook veranderingen in voor Scotty en Bill. Bij Sun Records deelden ze de royalties, maar bij RCA Victor kregen ze samen met het nieuwe groepslid DJ Fontana een vast salaris.
In januari 1956 nam Elvis zijn eerste songs voor zijn nieuwe werkgever op in Nashville. Lerares/songwriter Mae Axton uit Florida bood Elvis het lied ‘Heartbreak Hotel’ aan. De band zette het lied naar hun hand, samen met gitarist Chet Atkins en sessiepianist Floyd Cramer. Parker zorgde voor een reeks van 6 optredens in een periode van 2 maanden in de ‘Stage Show’, een wekelijks muziek programma op CBS gepresenteerd door Tommy en Jimmy Dorsey, gevolgd door een optreden in de Milton Berle Show op NBC. Tegen het einde van de maand had ‘Heartbreak Hotel’ de crooner Perry Como met zijn hit ‘Hot Diggity’ van de eerste plaats in de hitlijst gestoten.
Stilaan was het tijd voor ‘Love me Tender’, de eerste van 33 films. Zijn filmdebuut zou er al geweest zijn met The Rainmaker aan de zijde van Burt Lancaster en Katharine Hepburn, maar Parker stond niet toe dat Elvis – nochtans een onervaren acteur – zijn filmdebuut zou maken in een bijrol.
In het najaar trad Elvis op in de Ed Sullivan show. De populaire presentator Sullivan had enkele maanden eerder nog laten horen dat Elvis nooit in zijn show zou komen, maar het oncontroleerbare succes deed hem anders denken. De warmte in Elvis’ stem liet zelfs de grootste criticus op zijn stappen terugkeren. Het bewijs dat Elvis écht kon zingen was geleverd. 54 miljoen Amerikanen, het grootste publiek ooit voor een tv uitzending, zagen The King triomferen.
De familie Presley verhuist in 1957 naar Graceland. Van dan af zou Elvis vaak pendelen tussen Memphis en Hollywood. De filmtrack voor ‘Jailhouse Rock’ werd grotendeels geschreven door het duo Leiber & Stoller die eerder reeds zorgden voor ‘Hound Dog’. De combinatie van Elvis en het werk van het componistenduo bleek te werken. Hits als ‘treat Me Nice’ en ‘Don’t’ waren opvolgers. Tijdens de eindejaarsperiode van 1957 ontving Elvis zijn oproepbrief voor het Amerikaanse leger. De enige speciale regeling die getroffen werd was een uitstel van twee maanden zodat hij de opnamen voor ‘King Creole’ kon afwerken.
Parker zorgde voor een reserve voorraad opnamen die geleidelijk aan verspreid werden zoals ‘Wear My Ring Around Your Neck’, ‘Hard Headed Woman’ en ‘A Fool Such As I’. Tijdens Elvis’ legerdienst besefte Parker wel dat ze andere weg moesten inslaan eens Elvis terug een gewoon burger was. Sterren als Fats Domino, Little Richard en Chuck Berry verdwenen uit de hitlijsten. Het was tijd om een volwassen publiek aan te spreken. De eerste stap werd gezet met een gastoptreden in de Frank Sinatra Show. Met songs als ‘It’s Now Or Never’, ‘Surrender’ en ‘Are You Lonesome Tonight’ werd een andere richting gekozen. Zelfs de up tempo rocknummers uit 1961 ‘His Latest Flame’ en ‘Little Sister’ hadden meer maturiteit.
In het midden van de jaren ‘60 werden de hitlijsten bevolkt door een Britse invasie van rockgroepjes en folkartiesten als Bob Dylan en The Byrds. Alleen zijn trouwe fans zorgden er nog voor dat de singles en films het commercieel goed bleven doen. Elvis zelf, werd compleet afgeschermd van de buitenwereld door de alomtegenwoordige Parker en de Memphis Maffia. Elvis verloor alle contact met de echte wereld en zijn leven werd voor hem geleid.
De bekende ommekeer kwam er in op het einde van 1968 toen regisseur Steve Binder het concept voor de ‘NBC Elvis TV Special’ in de praktijk bracht. Het hoogtepunt werd de informele jamsessie samen met zijn oude makkers Scotty Moore en DJ Fontana. Bassist Bill Black overleed reeds in 1965. De TV Special kreeg de hoogste waardering van dat jaar en was de rechtstreekse aanleiding van Elvis’ terugkeer naar het podium.
In de zomer van 1969 beëindigde Elvis de opname van laatste fictie film ‘Change of Habit’ en startte met de voorbereidingen voor zijn concertreeks in Las Vegas. Voor het eerst sinds zijn opnamen bij Sun stapte hij weer een studio binnen in Memphis. De ‘American Sound Studio’ sessies resulteerden in nieuwe Top-10 noteringen met ‘In The Ghetto’, ‘Suspicious Minds’ en ‘Kentucky Rain’.
In het begin van de jaren ‘70 keerde Elvis terug naar zijn eigen roots en muzikale persoonlijkheid in de country- en gospelmuziek. Opnamen als ‘Polk Salad Annie’, ‘Funny How Time Slips Away’ en ‘I Washed My Hands in Muddy Water’ laten Elvis horen in het genre waar hij zich perfect in thuis voelt. In 1972 nam hij ‘Burning Love’ op, wat zijn laatste Top 10-hit zou worden. De honderden concerten in Las Vegas of de grootste arena’s van de USA waren telkens uitverkocht. Zijn presence op het podium, gekleed in de schitterende jumpsuits met bijhorende capes leken hem de status van een mythisch figuur te geven.
De ‘Aloha From Hawaii TV Special’ was het eerste concert ooit dat wereldwijd en live werd uitgezonden via satteliet. Naar schatting zagen meer dan 1 miljard mensen Elvis schitteren. Volgens sommigen stond Elvis hier aan de top van zijn carrière, maar privé ging het hem niet voor de wind na de scheiding met Priscilla. Eind 1973 leverden de sessies in de Stax Studios in Memphis de weemoedige songs ‘Loving Arms’ en ‘Good Time Charlie’s Got The Blues’.
In 1976 vervreemde Elvis verder dan ooit van de realiteit. Hij had de kracht niet meer om zich naar de studio te verplaatsen en zijn laatste tracks werden in Graceland, in de Jungle Room opgenomen. ‘For The Heart’, ‘Hurt’ en ‘Way Down’ klinken alle zeer verschillend, toch hebben ze alle drie gospelinvloeden in de stem en muziek. De meest beklijvende opname op zijn laatste album ‘Moody Blue’ is ongetwijfeld zijn uitvoering van ‘Unchained Melody’, live opgenomen in Ann Arbor, Michigan enkele maanden voor zijn overlijden. Zijn falcetto stem die naar het einde van het lied in kracht toe neemt lijkt op zoek te zijn naar iets puurs, een hoger iets dat op aarde niet te vinden is. Tot de allerlaatste noot die hij zong, werd bewezen dat hij gelijk had: ‘Ik lijk op niemand’.
|