Het geluk was aan onze kant, toen de groep ElvisMatters-reizigers afgelopen augustus neerstreek in Honolulu, om er de voetsporen van Elvis te drukken. De deuren van de haast historische concertzaal waren geopend, en de groep mocht héél uitzonderlijk rondkijken op de plek waar Elvis op 13 januari 1973 geschiedenis schreef, door als allereerste een live-concert te houden dat rechtstreeks in alle hoeken van de wereld werd uitgezonden.
Wat opvalt, is dat de zaal véél kleiner is dan ze op tv oogt. Ze is compleet cirkelvormig en er is géén vast podium. Dat geeft groepen de kans om het podium eender waar te zetten, zelfs in het midden indien nodig. Bovendien zijn er maar drie “verdiepingen” waar stoeltjes staan: het gelijkvloers, de eerste en tweede balkonetages. Door de constructie van de zaal zijn er ook geen steunpilaren gebruikt, wat iedereen een perfect zicht geeft, en wat van de zaal een droomlocatie maakt voor TV-ploegen die vrij willen bewegen. Geen wonder dus, dat deze zaal de voorkeur kreeg in 1973.
Even een duik in de geschiedenis: de Hawaii International Center werd gebouwd in 1964, maar heeft inmiddels een nieuwe naam gekregen: de Neal S. Blaisdell Arena, genoemd naar de populaire burgemeester van Honolulu, Neal Blaisdell. Ook al kennen Elvisfans de zaal vooral als een concerthall, toch leent ze zich ook tot vergaderlocatie, conventiecenter en sportveld. Zelfs Disney On Ice werd in deze zaal opgevoerd. Andere grote namen die hier ooit speelden, zijn Elton John, Celine Dion, The Rolling Stones, Jimmi Hendrickx, the Doors en lang geleden, Sonny and Cher. Het is best opvallend dat zulke internationale kleppers in deze arena optraden, aangezien de maximumcapaciteit begrensd is op 7700 plaatsen. Zonder podium – bijvoorbeeld bij basketbalwedstrijden – kan er tot 8800 man in. Tijdens de Aloha-shows werd de ticketverkoop afgesloten op 6000 kaartjes, omdat het podium ontzettend groot uitviel. De breedte van het podium was een handige troef voor producer Marty Pasetta: zo kon hij moeiteloos zijn zes camera’s in stelling brengen zonder dat de cameralui over elkaars voeten zouden struikelen. Elvis aanvaardde het idee aanvankelijk, tot hij bij de eerste repetitie bezwaren uitte: hij stond té ver weg van zijn TCB-Band die elk een apart verhoogje hadden gekregen, en ook het orkest was door de dubbeltrapsverhoogjes helemaal in de achtergrond geduwd. Elvis wou “my guys” dichter bij hem, wat uiteindelijk ook gebeurde: de tredes verdwenen, en de band stond als vanouds weer vlakbij hun baas.
Elvis mocht dan al tevreden zijn, toch liepen de laatste uren vóór de live uitzending niet van een leien dakje. Omdat – anders dan bij de repetitie op vrijdagavond – ook RCA een mobiele eenheid had gestuurd om de show op multitrack vast te leggen, dreigde er een stroomtekort. Zowel de cameraploegen als de opnameleiding wilde over méér power beschikken dan ze toegewezen kregen, en om de zaken nog erger te maken, was er door de dichte bekabeling een zware zoem te horen op de geluidsinstallatie. Als die brom niet weggewerkt kon worden, zou niet alleen het album verloren zijn, maar zelfs de hele live –uitzending. Uiteindelijk sprong zelfs het leger bij door met loeiende sirenes dikke loodplaten aan te voeren, zodat de bekabeling bromvrij gescheiden werd. Het werkte, en pas een kwartier voor het orkest van Joe Guercio “2001” inzette, waren alle problemen definitief van de baan.
Ook al beleefde Elvis in deze zaal zijn artistieke triomf, toch bleef er voor hem altijd een ranzig kantje aan het Hawaii International Center hangen. Het was immers in deze zelfde hall dat hij op 25 mei 1968 voor het eerst kennis maakte met Mike Stone, toenmalig lichtgewicht karate-kampioen. Het was ook deze Mike Stone voor wie Priscilla van Elvis zou scheiden in 1973.
Overigens was “Aloha” niet de eerste show van Elvis in dit center. Enkele maanden eerder, op 17 en 18 november 1972, gaf hij op dezelfde plek al drie zogenaamde “pre rehearsal”-concerten, en deed hij een algemene repetitie met publiek op 12 januari 1973. En dààrvoor had Elvis al opgetreden in het nabijgelegen Bloch Arena (25 maart 1961), de Schofield Barracks Conroy Boxing Bowl (11 november 1957) en het Honolulu Stadium (2 keer op 10 november 1957).
|