“Elvis was écht. Hij was wie hij was, en dat maakte hem zo groot.”
“Ik wou nooit in
zijn schoenen staan”
Glen Hardin keek verbaasd op, toen we hem onlangs vroegen of hij het nummer had van Jerome Monroe, de drummer van de Sweet Inspirations en uitzonderlijk, ook enkele keren drummer voor Elvis. “Bedoel je ‘Stump’?”, vroeg Glen ons. “Want zo kennen we hem.” Glen had inderdaad het nummer. Bleek dat Jerome nog steeds actief is als drummer, en nog altijd mooie herinneringen koestert aan Elvis.
Hi Jerome, mogen we je even lastig vallen voor een interview?
Absoluut. Ik weet niet of ik veel te vertellen heb, maar ga je gang.
Eerste vraag: wat doe je vandaag de dag? Ben je nog steeds actief in de muziekwereld?
Ja hoor, ik heb niet eens gedacht aan stoppen. Daar ben ik te jong voor (lacht). Ik speel drums in een band met vroegere leden van ‘The Flamingo’s’ heet, en treed nog steeds op, ook in Las Vegas.
Hoe oud ben je?
63.
Onlangs hoorde ik een live show uit juni 1977, waarin Elvis je als drummer van zijn band voorstelt als: “On the drums is, er… Stump.’ Vanwaar die bijnaam?
Ik wist niet eens dat die opname bestond! Ja, ‘Stump, that’s me’. Ik heb die bijnaam al van toen ik nog kind was. Ik speelde in een bandje, en omdat ik nogal klein van gestalte ben, noemde ze me Stump. Eén jongen is er mee begonnen en al snel hing ik vast aan die naam.
Je bent het bekendst als drummer van The Sweet Inspirations. Werkte je al met hen samen eer ze met Elvis in contact kwamen?
Op een gegeven moment werkte ik samen met Martha Reeves & the Vandellas. The Sweet Inspirations kwamen naar Washington DC en zochten een drummer. Via via werd ik bij hen aanbevolen. Hun gitarist, Gregory Gaskin, was een vriend van mij. Hij tourde ook nog samen met de Elvis show. Hij vertelde de Sweets dat ze mij moesten inhuren. Maar de Sweets hebben me nooit gezegd dat ik aangenomen was en ook nooit dat ik ontslagen was (lacht). Ik was hun drummer gedurende 12 jaar.
Herinner je je eerste ontmoeting met Elvis?
Dat was in 1969 in het International Hotel hier in Vegas. Ik zag hem al voor ik aan hem voorgesteld werd. Hij had pikzwart haar en een gebruinde huid en droeg een cape-achtige zwarte jas. Het was een moment dat ik nooit zal vergeten. Ik bedoel, ik ben geen homo (lacht) maar hij zag er schitterend uit. Dit was tijdens een repetitie of soundcheck in het hotel. Hij was altijd heel vriendelijk tegen me. Als ik hem ging vragen voor handtekeningen voor de fans, was dat nooit en probleem.
Keek je naar de show vanuit de coulissen?
Ja, dat deed ik zeer dikwijls. Niet alleen om Elvis aan het werk te zien, maar ook de andere muzikanten zoals Ronnie Tutt en James Burton. Tutt had een stijl van spelen waarvan ik wist dat ik het niet kon, dat komt vooral door onze verschillende achtergronden en opleiding. Hij had een geweldige manier om drums te spelen en ik wou van hem leren. Hoe hij zijn sticks vasthield om een bepaalde klank op te wekken bv. Ik was een echte R&B drummer – R&B Funk – de zogenaamde ‘fatback’ stijl.
Hoe zou je de Vegas shows van 1969 beschrijven?
Wow…! Hij had het helemaal voor mekaar en bracht de zaal tot een kookpunt. Ik was geen fan van hem voor ik in de entourage terecht kwam, omdat ik in de richting van de Motown muziek werkte. Maar als je hem één keer aan het werk zag en merkte hoe dynamisch hij was, kreeg je respect voor zijn talent. Ik kan zeggen hoe groot hij was..Ik heb met vele grote namen mogen samenwerken zoals Jackie Wilson, Ottis Redding en Sam Cooke. Met al deze legendes heb ik op het podium gestaan en kan dus vergelijken om te weten hoe talentvol Elvis was. Voor mij was het alsof hij elk lied kon zingen en er zijn eigen gevoel in leggen. Iemand kan een lied zingen, maar als Elvis het zou zingen deed hij iets wat het extra speciaal maakte.
Toen hij terug ging touren in 1970, hoe was het om deel uit te maken van de Elvis show?
Het verraste me eigenlijk Er waren zoveel mensen bij betrokken, uit alle streken van het land en we konden allemaal goed met mekaar opschieten. We hadden allemaal respect voor elkaar en wat kon je nog meer wensen dan te mogen werken voor Elvis? Als hij een feestje gaf in zijn suite, vond hij het niet prettig als je niet op zijn uitnodiging inging en vroeg hij waarom je niet kwam. De meeste zangers waar ik mee speelde – niet eens op het niveau van Elvis – voelden zich belangrijker dan de muzikanten en hebben er geen band mee. Snap je wat ik wil zeggen? Maar als Elvis een feestje gaf was het: ‘Je bent een deel van de familie, je hoort er bij te zijn’. Ik ontmoette Raquel Welch en Sammy Davis Jr. Zo een kans had ik enkel omdat ik voor Elvis werkte. Die sterren accepteerden mij ook, net omdat ik zoals hen door Elvis was uitgenodigd. Ik ken genoeg muzikanten die met grote namen gewerkt hebben, maar die nooit zo ‘dicht’ bij hun werkgever konden komen. Die ‘sterren’ staan ver van Elvis’ niveau.
Heb je enkele verhalen van ‘on the road’ die je met ons wil delen?
Oh, een aantal zelfs (lacht). Ik herinner me bijvoorbeeld dat Jerry Scheff me ooit te pakken had. Vaak gebeurde het dat we ’s ochtends vroeg op moesten om het vliegtuig te nemen naar onze volgende stop op de tour. Ik weet niet meer waar het was, maar ik herinner me dat ik me in het hotel moest haasten om op tijd op de bus te stappen. Jerry vroeg me of ik een ijsje wilde, en zonder nadenken antwoordde ik ‘ja’. Ik ging naar hem toe en hij gaf me een hoorn met een grote bol vers ijs. Toen ik het in mijn mond stak, proefde ik dat het gewoon boter was (lacht). Zulke dingen gebeurden de hele tijd door. Het kwam ook wel voor dat ik naar JD Sumner sloop toen hij sliep en hem overgoot met ijsblokjes. In de hotels waar we verbleven werden meestal drie ganse verdiepingen afgehuurd. Niemand buiten de leden van de Elvis show konden daar komen, dus waren we vrij in doen en laten. Vaak kwamen we samen en begonnen een jam sessie.
Vertel eens hoe het programma van een Elvis show er uit zag. Ik neem aan dat je samen met The Sweets de eerste act speelde?
Eerst was er de komediant Jackie Kahane, daarna speelde ik mee met het orkest van Joe Guercio. Dan speelden we voor zowel The Sweets als The Stamps. Dat is de reden waarom JD en ik zulke goede vrienden waren, omdat ik ook samen met zijn quartet speelde. Mijn drums bleven gewoon staan terwijl Elvis zijn show startte. Ik heb echt naar talloze shows vanuit de coulissen gekeken. Dat was ook de reden waarom ik die paar keer ben ingevallen voor Ronnie Tutt. Er was geen tijd voor en repetitie, het was echt last-minute dat ik gevraagd werd voor de vervanging.
Je speelde drie keer in de TCB-band als vervanger van Ronnie Tutt.
Ja, ik denk dat dat in het International hotel was.
We hebben de details hier. De eerste keer was in Philadelphia op 8 november 1971 toen Ronnie een voedselvergiftiging opliep. De tweede keer was in Las Vegas op 7 december 1975 toen Ronnies vrouw moest bevallen en de derde keer was in Madison, Wisconsin op 24 juni 1977 toen Ronnie werd weggeroepen ivm met een ziek familielid.
Ik kan me die datums niet herinneren, maar ik was heel trots dat ik gevraagd werd. Elvis kon zich elke drummer die hij wenste veroorloven, maar hij vroeg aan mij om het te doen! Hij riep me bij zich in zijn kleedkamer en vertelde me dat ik tijdens zijn set zou drummen. Ik was ontzettend zenuwachtig…Effectief meespelen met hem was nog heel wat anders dan vanaf de zijlijn het concert bijwonen. Zorgen dat je lichaam exact doet wat je hersenen opdragen op dat moment…en er valt aan zoveel te denken! Ik moest Elvis volgen in al zijn bewegingen en handelingen maar hij was zo een professioneel iemand dat het eigenlijk niet kon misgaan als je hem goed in de gaten hield. Hij zij me: ‘Stump, als je me in de gaten houdt, komt alles goed’. Dus deed ik dat, maar ik was doodsbenauwd. Een maand geleden sprak ik nog met Dick Grobb – hij zorgde voor de beveiliging tijdens de shows – en ik vroeg hem hoe Elvis over mijn werk zou gedacht hebben. Dick zij dat Elvis zo trots op mij was dat hij er twee dagen later nog over sprak. Dat deed me deugd om te horen.
De laatste show die je voor hem speelde was in juni 1977. Het bleek zijn derde laatste concert te worden. We weten allemaal hoe hij veranderde door de jaren heen. Hoe heb jij dat beleefd?
Om eerlijk te zijn, was ik zo zenuwachtig dat ik niet in de gaten had of hij zou veranderd zijn. Je moet je even in mijn plaats zetten. Je staat daar voor duizenden mensen en je speelt achter een van de grootste entertainers ooit…dan heb je geen tijd om na te denken of hij een bepaald lied even goed bracht als tijdens de eerste keer dat ik met hem speelde. Het enige waar je aan denkt is om hem continu te volgen en hopen dat hij het je niet kwalijk neemt als je een fout speelt. Ik wou steeds zo goed spelen als ik kon dus concentreerde ik me enkel op hem. Ik nam zelfs de tijd niet om naar de vrouwen te kijken (lacht). Toen het afgelopen was viel er een grote druk van mijn schouders.
Maar welke veranderingen merkte je aan hem als de jaren voorbij gingen?
Wel, na verloop van tijd begon ik wel ‘iets’ te merken, omdat we voor elk concert mekaar de hand schudden. Hij vroeg telkens ‘Hoe gaat het ermee, Stump?’. Ik zag hem..hoe zou ik het zeggen…ik zag hem bergaf gaan. Ik zag hoe zijn lijfwachten hem van het podium afhielpen toen het allemaal niet meer zo vlot ging als voorheen. Af en toe heb ik hem zelfs geholpen. Hij was dan verrast me te zien en vroeg wat ik daar deed. Je merkte dat het moeilijker voor hem werd op het einde. Ik had medelijden met hem. Iemand met zo een bekendheid… Ik zou nooit in die positie willen staan. Beroemd zijn is mooi en brengt veel beloning en voldoening, maar hij stond onder zo een grote druk – om wie hij was. Ik denk niet dat ik zou kunnen doorstaan wat hij heeft meegemaakt.
In het algemeen, zou je stellen dat je veel tijd met hem doorbracht?
Ik zag hem voortdurend omdat onze kleedkamer in dezelfde gang lag als die van hem in het Hilton. Dus ik zag hem naar de lift wandelen en zo, ik ging naar de feestjes in zijn suite, we zagen mekaar backstage on tour, maar we brachten niet veel tijd samen door in de zin van diepe conversaties. Niet zoals Joe Esposito en de anderen, die waren voortduren bij hem. Als ik met Elvis sprak, was het altijd cool. Ik was altijd ingesteld met het idee van, al ben je de president, als je iets zegt wat niet grappig is, ga ik daarom niet lachen. Ik zeg altijd rechtuit mijn mening, zo ben ik altijd geweest. Misschien is dat de reden waarom Elvis me graag had en andersom. Omdat ik voelde dat we ‘echt’ waren tegenover mekaar. Het interesseert me niet hoe hij bij iemand anders was, voor mij was hij cool. Je kon tegen hem spreken net zoals ik nu met jou doe.
Kwam je goed overeen met zijn entourage zoals zijn lijfwachten?
Dat waren allemaal fijne mensen. Ik had nooit een probleem met hun. Iedereen kon goed met mekaar opschieten. Een grappig voorval dat ik me herinner was met Lamar Fike. Op een bepaald moment tijdens een concert tour waren we de instrumenten aan het inladen en Lamar viel in het gat van het laaddok. Hij was niet gewond, maar het was een grappig zicht om het te zien gebeuren.
En Colonel Parker?
Ik heb een brief van Elvis en de Colonel aan mijn muur hangen, waarin ze mij bedanken voor de shows die we samen deden. Die brief koester ik. Ik heb ook een aantal tour schema’s bewaard.
Kom je nog in contact met mensen van die tijd?
Ja, ik heb een aantal keer met Glen D Hardin gesproken. Ik zag onlangs nog Joe Guercio, Dick Grob, Sam Thompson, … Ik was naar een concert gegaan met het videoscherm en dacht, ik moet mijn maten laten weten dat ik in het publiek ben. Toen de show gedaan was liep ik naar voor en riep op Glen D. Hij was verbaasd en trok me meteen het podium op. Dat was een fijne ontmoeting. Recent zag ik The Stamps Quartet nog hier in Vegas. Iedereen wordt natuurlijk ouder, maar het was fijn hen terug te zien.
Speel je nog wel eens samen met de Sweet Insiprations?
Nee. Ik spreek Myrna nog wel eens, maar ik weet zelfs niet of ze nu nog een eigen band hebben. Onze gitarist Gregory Gaskin en ik zien mekaar nog voortdurend, en ik heb ook nog contact met de bassist, Gerald Johnson. We hebben het er wel eens over om de band eens terug samen te brengen.
Klopt het dat je ooit sieraden kreeg van Elvis?
Hij gaf me diamanten ringen, een kruis en nog wat spullen. Op een keer was ik ziek en ik kon niet meespelen in de show, ik moest zelfs naar het ziekenhuis. Elvis stuurde me toen een gouden kruis met elf diamanten. Dat was typerend voor Elvis.
(Met dank aan The Man And His Music)
|