magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
Achter de schermen bij ELVIS 2007
 
Achter de schermen bij ELVIS 2007

WE WANT MORE

Eén zinnetje bleef nog urenlang nazinderen in ons hoofd, na de ELVIS 2007-concerten in Europa: ‘We Want More – We Want More!’ Of er ooit nog een tweede Europese Tournee komt, is niet zeker. Per slot van rekening worden de originele Elvis-muzikanten er niet jonger op, en blijft de organisatie van een Europese Tour een stevige karwei. Maar vooruitblikken doen we later wel, als de plannen voor het najaar van 2008 concrete vorm krijgen. Met de Elvis-tour net achter ons, blikken we nu even in de achteruitkijkspiegel. Hoé de shows klonken, konden meer dan 17.000 fans uit heel Europa zelf meemaken, tussen 20 september en 7 oktober. De originele Elvis-cast speelde op 11 verschillende plaatsen, met zalen die in grootte varieerden van 1000 tot 3600 plaatsen. Een tourverslag vanop de eerste rij.

- Door Peter Verbruggen


Dinsdag 18 september
De eerste groep muzikanten landt in Zaventem. Ook al is de generale repetitie pas voorzien op 19 september, toch willen ondermeer Joe Guercio, Ron Feuer (keyboard orkest), Walt Johnson (lead trumpet), Ronnie Tutt, Jerry Scheff en Glen Hardin een dagje vroeger komen. Op die manier kan het orkest de songs al een eerste keer doornemen zonder ritme sectie, en krijgen de TCB-boys een dagje vrijaf vóór het hectische tourschema van start gaat.
De repetitie vindt plaats in het Hof Van Rauw, waar twee dagen eerder de ElvisMatters-crew nog aan tafel schoof tijdens het jaarlijkse herfstrestaurant ten voordele van het orkest van Rauw. Rààr hoor, om op zondag aan de toog te blijven ‘plakken’, terwijl twee dagen later de hele Elvis-band in dezelfde zaal repeteert. Maar goed, de Tour 2007 is gestart. De repetitie klinkt in één woord fantastisch. Het 18- koppige orkest onder leiding van Alex Steurs speelt de nummers blindelings. Ze maken gebruik van de originele Elvis-arrangementen die Joe Guercio een week eerder had opgestuurd, en wisselen ze af met nieuwe arrangementen die bassist/trombonist Frank Stoffelen heeft geschreven.

Woensdag 19 september
Zaventem-dag. Vandaag landen James Burton, Terry Mike Jeffrey, de drie Sweets en de vier Imperials. Inchecken in het hotel, en dan rusten tot de grote repetitie ’s avonds. Om 19 uur slaat Ronnie Tutt zijn sticks tegen mekaar, en kan de repetitie beginnen. Joe Guercio houdt als sleutelfiguur het orkest, de backings en de ritmesectie samen, en zorgt ervoor dat sommige nummers uiteindelijk toch nét iets anders klinken dan de eerste uitvoering.
Terwijl de voltallige Elvis-groep zich door het repertoire werkt, zijn er hooguit 10 toeschouwers in de zaal: van een privilege gesproken. Om 11 uur ’s avonds, zit de repetitie erop en trekt het hele gezelschap naar een Italiaans restaurant in Kasterlee, dat voor de gelegenheid helemaal afgehuurd werd. Aan tafel wordt gelachen en gekletst: Joe Guercio dankt de chef-kok in z’n beste Italiaans, tot hilariteit van het hele gezelschap. Met zo’n sfeer, kan de tour niet beter starten.

Donderdag 20 september
Eindhoven, de eerste show van de reeks. De sfeer backstage is fantastisch: de muzikanten zijn in hun nopjes over de netheid van de kleedruimtes en de akoestiek van de concerthal, die ze zich nog herinneren van “One Night” in mei 2006. Gastzanger Bastiaan Ragas maakt een ijzersterke indruk bij de TCB-Band. James laat zelfs verstaan dat hij met deze zanger wel vaker wil werken, en ook Glen Hardin knikt: “wat een warme stem, en wat een feeling voor de muziek. Great voice!” Dat Bastiaan zelf een immens grote Elvis-fan is, verbaast hen niet. “Dat hòòr je gewoon”, zegt Glen.
De show verloopt feilloos. Om de hall op te warmen, begeleidt Alex Steurs ‘zijn’ orkest tijdens de instrumentale openingsongs “Sweet Caroline” en, als eerbetoon aan de Amerikaanse gasten, “America The Beautiful”. Daarna is het de beurt aan Joe Guercio, die meteen de hele zaak in vuur en vlam zet. Het Rocky-thema gebruikte hij al in de seventies, en geeft lead-trompettist Walt Johnson alle kansen om te schitteren. Het applaus achteraf, spreekt boekdelen. Joe Guercio grijpt de microfoon en kondigt The Sweet Inspirations aan, die drie nummers brengen: “Philadelphia Freedom” en “Sweet Inspiration”, net zoals ze meer dan duizend keer deden als openingsact voor de Elvis- show, en het acapella gezongen nummer “Amazing Grace”, waar een hoofdrol is weggelegd voor Portia Griffin.
Waarna het de beurt is aan The Imperials, die heel snel het publiek op hun hand hebben met kleppers als “This Train”, “Great Gettin’ Up Morning”, “A Thing Called Love”, “He Touched Me”, “O Happy Day”, het adembenemende “Sweet Sweet Spirit” en het magistrale “How Great Thou Art”, de apotheose van het eerste deel met orkest, en the Sweets. Wat een opening – en het beste moet nog komen!
Na de pauze krijgt het publiek precies waar het voor gekomen is: de complete Elvis-band, inclusief de TCB-boys. Terry Mike Jeffrey houdt er een moordend tempo op na, en geeft zichzelf nauwelijks de tijd om op adem te komen. “Proud Mary”, “Lovin’ Feeling”, “Big Boss Man”, “Burning Love”, … één voor één worden de songs opgediend alsof ze recht uit de seventies kwamen, met een vaart die zelfs de vaste bezoekers van ElvisMatters-evenementen verrast: dit swingt niet meer, het knéttert!.
In de wings staat Bastiaan Ragas inmiddels nerveus te wachten op zijn ‘ten minutes of fame’ met de originele Elvis-bezetting. De drie nummers die hij in het tweede deel van de hoofdshow brengt, gaan door merg en been: “Heartbreak Hotel”, “Polk Salad Annie” en “In The Ghetto”, wat hij opdraagt aan zijn ouders die met de onverwachte dood van zijn broer Roef de moeilijkste tijd van hun leven meemaken. Petje af, voor zoveel vakmanschap!
Na Bastiaan, neemt Terry Mike weer over, om het tot de nok gevulde Frits Philips Muziekcenter naar een kookpunt te brengen met “Trilogy”, “Bridge Over Troubled Water” (wow!) en natuurlijk “Suspicious Minds”.
Wat een schitterend feest voor elke Elvisfan!
Het is net na middernacht, vooraleer de groep in de autocar stapt die hen weer naar het hotel brengt. Dag één zit erop. Nog tien shows te gaan.

Vrijdag 21 september
Een rustdag vandaag. De hele groep trekt per luxe-car naar het Duitse Soest, waar de Elvis Presley Gesellschaft van voorzitter Peter Beines ook twee uitverkochte zalen klaarheeft. Op reisdagen is er geen show, dus is niemand gehaast, en gezien de korte rijtijd van 3 uur, is er ’s avonds nog ruimte genoeg om uitgebreid te tafelen met de groep.
Jerry Scheff ontpopt zich aan de bar tot sfeermaker nummer één, met fantastische anekdotes uit de tijd dat hij verrast werd door Tequila- cocktails. James deelt inmiddels naamkaartjes uit – wat niet de laatste keer zou zijn: blijkbaar heeft hij er teveel meegebracht, en die wil hij tegen het einde van de tournee uitgedeeld hebben. “Deze tour is geen werk voor ons”, zegt James. “De hele tournee is zo goed georganiseerd, dat het lijkt alsof we op vakantie zijn. Trouwens, als je ‘werkt’, heb je een ‘werkgever’ en die is er hier niet: we zijn allemaal familie van elkaar: dat is de kracht van muziek, de kracht van Elvis.” Fantastische woorden, die nu nog naklinken.

Zaterdag 22 september
De Stadthalle in Soest is zo vol gelopen, dat de ploeg van Peter Beines in allerijl 200 extra stoelen laat aanrukken: geen overbodige luxe, zo blijkt want tijdens het concert vullen ook de laatste staanplaatsen zich. De set blijft dezelfde als donderdag in Eindhoven, al verloopt de handtekeningensessie toch anders dan verwacht. Omdat er zoveel volk in deze podiumzaal samengestroomd is, verhuist de signeersessie naar… een tent. Drie elektrische vuurtjes doen hun best om wat warmte binnen te blazen, maar het blijft koud. De muzikanten hebben echter begrip voor de overvolle zaal, en schuiven zonder problemen aan, aan de lange tafels. Uiteindelijk moet de ploeg van EPG om 1 uur ’s ochtends noodgedwongen een halt toeroepen: meer dan 150 mensen geraken niet meer tot bij de artiesten.

Zondag 23 september
Een lekker luie zondagvoormiddag dit keer. De zaal bevindt zich op 10 minuten rijden met de bus, en aangezien de soundcheck vandaag pas om 16 uur voorzien is, heeft de ploeg alle tijd om te ontspannen. James Burton en Joe Moscheo trekken met de ElvisMatters-crew op: er worden foto’s gemaakt, koffie gedronken, en plannen voor nieuwe projecten beraamd. Een paar wandelaars kijken verbaasd op: Is dat niet… Zijn dat niet… de muzikanten van Elvis?
De show wijkt vandaag wél af van het vaste stramien. Omdat het zondag is, last Terry Mike Jeffrey ongepland het piano-nummer “Where No One Stands Alone”’ in, dat hij samen met the Imperials brengt. Kippenvel, dat de zaal minutenlang in de greep houdt. Ook op het podium kan je een speld horen vallen: voor de Amerikaanse gasten is dit hun ‘zondagsmoment’.

Maandag 24 september
Brrr… de nadelen van een leven ‘on the road’ zijn de compleet onmogelijke uren. Om 5.30 uur in de ochtend zoekt de hele groep zich een weg naar de bus. Per bus naar de luchthaven van Dusseldorf, en van daaruit per vlucht naar Kopenhagen, en van Kopenhagen op Gothenburg. In Zweden aangekomen, duurt het nog 3 volle uren voor de groep muzikanten per luxe-car het hotel bereikt. Doodop, verdwijnen de meesten snel naar hun kamer.

Dinsdag 25 september
Dag 1 in Jonköping begint met een verrassing. De Zweedse promotor Ulf Nielsen wilde van deze show een echte Elvis-party maken, en nodigde bovenop het orkest en de Elvis-groep nog enkele surprise guests uit: DJ Fontana, Joe Esposito en John Wilkinson. De grote show vindt plaats in een omgebouwde kerk, en opnieuw is er een verrassing: de burgemeester van het dorp is een niet onverdienstelijke saxofonist, en sluit zich voor één nummer aan bij het orkest. Een dag later kopt een Zweedse krant: Total Elvisfeber!

Woensdag 26 september
Opnieuw trekt de hele groep naar de omgebouwde kerk, voor de tweede show in het kleine dorpje.

Donderdag 27 september
Een bus brengt de hele groep van Jonköping naar Oslo, hoofdstad van Noorwegen waar de gerespecteerde fanclub “Flaming Star” haar thuisbasis heeft. Het hotel is ronduit schitterend, en bevindt zich op amper 5 minuten wandelen van de prachtige cultuurtempel, waar 1500 mensen binnen kunnen.

Vrijdag 28 september
Er is tijd genoeg om een stukje Noorse cultuur op te snuiven, en dus wordt een museumbezoek gepland – waarbij ondermeer halt gehouden wordt aan de wereldberoemde ‘Schreeuw van Oslo’. Het concert ’s avonds geldt wellicht als één van de allerbeste uit de hele reeks. De akoestiek is perfect, en het publiek staat haast dansend op de stoelen. Voorzitter Pal Grandlun heeft zijn medewerkers strak in de hand: geen detail wordt over het hoofd gezien, geen probleempje zo klein of het is meteen van de baan. Nog voor middernacht stappen de artiesten het hotel weer binnen, waar de meesten toch eerst even halt houden bij de bar. ’t Is per slot van rekening vrijdagavond, en dus weekend.

Zaterdag 29 september
Vandaag vliegt de hele groep – 36 man in totaal – weer naar België. Het vertrek in Oslo loopt van een leien dakje, maar in Kopenhagen, waar van vliegtuig gewisseld wordt, krijgen een paar mensen toch klamme handjes. Het toestel naar Brussel is overboekt. Donna Tutt, die zelf ooit vliegtuig-stewardess was, legt de situatie aan de balieverantwoordelijken uit: dit is de band van Elvis, die een dag later in Antwerpen op het podium hoort te zijn. Het wonderwoord ‘Elvis’ werkt, en de hele groep – 36 man – mag als eerste inschepen. Oef, gered! Zonder oponthoud, gaat het richting Brussel, en dan richting hotel. ElvisMatters zorgt ’s avonds voor een erebuffet, wat wel het minste was nu de tour halfweg is. Joe Moscheo ontpopt zich die avond tot een echte tafelkunstenaar. Heb je ooit al gezien hoe je een kurk uit een wijnfles krijgt, enkel met behulp van een servet? Wij wel, met dank aan Joe!

Zondag 30 september
Om 10 uur ’s ochtends staat de ploeg van ElvisMatters al klaar aan de Koningin Elisabethzaal. Voor deze spectaculaire show, lieten we een indrukwekkende lichtshow aanslepen. Nadeel: er dienden zoveel flight cases uitgeladen te worden, dat de technische firma ’s ochtends liefst 10 extra helpers nodig heeft. Geen probleem, nog vóór het aangegeven uur was onze ‘vroege ploeg’ op post. (Kijk, en dàt maakt het werken voor ElvisMatters net zo prettig: zelfs op ontiegelijke uren staan er altijd helpende handen klaar). In het artiestenhotel inmiddels, worden de koppen even bij mekaar gestoken: na meer dan 10 dagen, is het tijd voor een eerste evaluatie. Nota’s en aantekeningen worden uitgewisseld, met de bedoeling een eventuele tweede tournee bij te schaven waar nodig.
Tegen 16 uur arriveert special guest Will Tura in Antwerpen. “Ik ben nog nooit zó nerveus geweest”, geeft hij toe. In zijn kleedkamer speelt voortdurend een bandje met ‘Goodbye Elvis’, het nummer dat hij straks met de Elvis-muzikanten zal zingen, en dat inmiddels alweer 30 jaar geleden een nummer één-hit was in België en Frankrijk.
Nog een voordeel van deze tour te organiseren: zelfs bij de soundcheck zitten we – letterlijk – op de eerste rij, en zien we hoe de repetities met Will Tura verlopen. ‘Love Me Tender’ en ‘In The Ghetto’ vormen geen probleem, maar Goodbye Elvis is voor de Amerikanen compleet onbekend. Aftastend eerst, tot het telkens hechter en beter klinkt. Als extra toemaatje kan dat tellen, straks.
Terwijl het publiek z’n weg zoekt naar één van de 2200 genummerde plaatsen, neemt de commerciële zender VTM backstage interviews af, voor een verslag in Het Nieuws, waardoor 800.000 thuisblijvers toch de sfeer van dit bijzondere Elvis-concert kunnen opsnuiven.
Voor de leden van het orkest, is “Antwerpen” een thuismatch. Reden temeer om het harde werk van ondermeer dirigent Alex Steurs en arrangeur Frank Stoffelen in de verf te zetten. Net voor Joe Guercio het Rocky Theme op de nokvolle zaal loslaat, wacht hem nog een verrassing: BMG België heeft ElvisMatters als officieel erkende fanclub gevraagd om net vóór de show een nieuwe gouden plaat te overhandigen: de dubbel-CD “The Essential Elvis Presley” haalde een verkoop van meer dan 15.000 stuks – opgeteld dus 30.000 CD’s – wat goed is voor een gouden plak. Joe Guercio dankt het publiek voor zoveel enthousiasme, en belooft dat de plaat een ereplek krijgt aan de muur van Graceland. Hoe kan een avond mooier starten dan met dit bijzondere eerbetoon?
De hele set rolt over het publiek als een goed geoliede machine: het voorprogramma klinkt loepzuiver, en de belichting is werkelijk ongezien. Will Tura swingt zich door zijn drie nummers, en laat z’n hart spreken als hij zegt: “Is dit een droom, of sta ik hier écht?” Een lange, staande ovatie is zijn deel. Dolgelukkig verlaat hij het podium: wat een belevenis!
De Elvis-band heeft het reuze naar z’n zin, net als Terry Mike, die z’n dank tegenover ElvisMatters voor een puike organisatie verschillende keren laat horen. Het is – opnieuw – zondag, en dus last Terry weer een gospelsong aan de piano in, wat hij opdraagt aan de nagedachtenis aan Hugo Engels. De apotheose volgt aan het einde, met magistrale uitvoeringen van “Bridge”, “What Now My Love”, en “Trilogy” die opnieuw eindigen met staande ovaties. De handtekeningensessie in de statige Marmeren Zaal eindigt net vóór half 1. Een onverwachte meevaller, met dank aan het begrip van de vele fans die vlotjes mee doorschoven.

Maandag 1 oktober
Een nieuwe maand, een nieuw land. Vandaag trekt de groep naar het Zuiden van Frankrijk, waar ze een dag later in de statige “Dôme” verwacht worden – een rockzaal met plaats voor 2500 bezoekers. We reizen dit keer met de TGV, eerste klas. Op 5 uur tijd overbruggen we een afstand van bijna 1.000 km. Het hotel baadt in een Mediterraans klimaat, met temperaturen tot 25 graden en meer. Héérlijk. EM-medewerkers David en Olav reizen iets minder comfortabel: zij brengen de ruim 60 stuks bagage met een bestelwagen tot in Marseilles. Minder dan twee uur nadat de groep in het hotel geland is, staan de valiezen al op ieders kamer.

Dinsdag 2 oktober
“Kan Terry Mike Jeffrey de schoenen van Elvis vullen?”, vraagt een plaatselijke krant zich af. Een dag later zal dezelfde krant titelen: “Terry le King”. De UFO-achtige zaal oogt indrukwekkend groot, met achter het orkest ook een immens scherm waarop foto’s van Elvis mekaar afwisselen. Gastzangers hier zijn Ricky Norton en Jean-Marie Pouzenc, de sympathieke voorzitter van de Franse fanclub. Het publiek is laaiend enthousiast, en blijft applaudisseren voor een bis-nummer… dat er helaas niet komt.

Woensdag 3 oktober
Een vrije dag. Medewerkers van de “My Happiness”-fanclub hebben voor een autobus gezorgd, zodat het oude centrum van de stad verkend kan worden. Met een aangenaam zonnetje in de rug, lijkt dit écht vakantie. Helaas duikt er ’s avonds een culinair probleem op. Een aantal gasten kunnen nog bediend worden, maar de kok moet tot zijn schaamte toegeven dat hij de bestelling iets te klein had ingeschat. De enige uitweg is een verkenning in het naburige dorpje, op zoek naar een degelijk restaurant. Maar… dat dorp ligt op 2 km van het hotel en de autocar is al weg. Gelukkig is er nog de truck van David en Olav. Een deel van het orkest stapt gezwind in de open ruimte achteraan, wat aanstekelijk werkt – en voor we het weten, hebben ook Myrna, Portia en Terry Mike zich aan boord gehesen: het plezier onderweg kan niet meer op. What a ride, gilt Portia.

Donderdag 4 oktober
Tijd om wéér een ander land te bezoeken. Dit keer trekt de karavaan naar Geneve, Zwitserland. In de grote Geneva Arena verzamelen die avond 1800 fans. De bus die de groep overbrengt, houdt zich – uiteraard – strikt aan de snelheidslimiet, waardoor we net op tijd in het hotel aankomen. Meer dan een uurtje om op te frissen, is er niet. Hoe David en Olav het hebben klaargespeeld mag Joost weten, maar bij aankomst staat alle bagage reeds in de juiste kamers – wat een opluchting en vooral: wat een tijdswinst. De show ’s avonds verloopt inmiddels volgens het bekend stramien: twee instrumentale songs, een krachtig openingsnummer met Joe Guercio, de Sweets, de Imperials en een ‘Grand Finale’. Het publiek krijgt er niet genoeg van, en bedankt de muzikanten met een staande ovatie.

Vrijdag 5 oktober
Stilaan komt het einde van de grote Fanclub-tour in zicht, want vandaag trekken we opnieuw naar Frankrijk.Het hotel ligt op 200 meter van de beroemde Moulin Rouge. Het einde van de Europese rondrit nadert, en dat vertaalt zich in een heel ontspannen avond: sommigen wandelen de stad in – het is heerlijk nazomers weer – anderen zoeken elkaars gezelschap op in het restaurant of aan de bar.

Zaterdag 6 oktober
Wow – voor ons daagt het majestueuze ‘Palais des Congès’ op, een gigantische theaterzaal vlakbij de Champs Elysées. Het hypermoderne complex biedt plaats aan 3600 mensen. Als finale kan dit tellen. Terry Mike Jeffrey is vanavond lekker op dreef, en houdt z’n grapjes niet voor zich: “U bent een fantastisch publiek. Zo fantastisch dat we morgen terugkomen!” Een enorm applaus volgt: Parijs ligt vanavond aan de voeten van de Elvis-band. Als net vóór Suspicious Minds ook nog duidelijk wordt dat Frankrijk de kwartfinale van het WK Rugby in Parijs gewonnen heeft, dansen de Parisiens naar voor, alsof het een nationale feestdag is. Jean-Marie Pouzenc heeft na afloop van de show voor een extra verrassing gezorgd: backstage is een champagne-feestje klaargezet. Ook de (bijna voltallige) bestuursploeg van ElvisMatters is present, wat de avond een extra warme toets geeft.

Zondag 7 oktober
Het is hard ontwaken, vandaag. De Amerikaanse gasten stappen om 6 uur al op de bus. De meesten nemen omstreeks 9 uur hun vliegtuig naar Amerika, maar de TCB-Band, Joe Guercio en Terry Mike Jeffrey vliegen door naar Milaan, Italië, waar wéér eens 2.000 mensen wachten op een TCB-show. Geen orkest, geen Sweets, geen Imperials – nu pas ontdek je hoe onlosmakelijk die ‘grote sound’ met de muziek van Elvis verbonden is. De Italianen laten het niet aan hun hart komen, en gaan heerlijk uit de bol, en zeker bij de solo’s tijdens Johnny B. Goode. Deze 11de show in drie weken tijd is het definitieve eindpunt van “ELVIS 2007”. Voor James en Terry Mike wordt het andermaal een korte nacht, want zij vertrekken maandagochtend alweer naar Louisiana en Kentucky. De overige TCB-boys en Joe lassen enkele dagen vakantie in, in Milaan. Pas op donderdag 11 oktober keren Ronnie Tutt en zijn echtgenote Donna als allerlaatsten, maar met opgeladen batterijen, terug naar Nashville.

Wat rest, zijn unieke herinneringen en duizenden foto’s van een onvergetelijke tijd met de muzikanten van Elvis. James zei het al: “we’re family”.

gepubliceerd op 01 december 2007 door Ron Rutten.
Overname van dit artikel is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com. ©2007.
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 7" - Good Times