magazine_cover
© 2007-2024 Elvismatters vzw
Elvis and Elvis Presley are Registered Trademarks of Elvis Presley Enterprises Inc.
ElvisMatters is an officially recognized Elvis Presley Fanclub.
   
 
 Bij Elvis: vandaag in Volkskrantmagazine
 
Volkskrant-reporter John Schoorl ging op kruistocht naar Elvis en kwam nog nooit zo dichtbij. Het was bepaald niet de eerste keer dat Volkskrant-redacteur en Elvis-adept Schoorl naar Graceland trok. Maar zó dicht bij de King kwam hij niet eerder. Vandaag kan je zijn reportage lezen in een nieuwe Volkskrantmagazine. Hieronder kan je alvast de volledige tekst lezen.

Ik lig in een kingsize bed, op 200 meter van het graf van Elvis, en heb mezelf ingesmeerd met naar limoenen geurende Graceland-bodylotion. Even heb ik overwogen een Graceland-douchemuts op te zetten, terwijl The King vanaf een groot scherm toekijkt, hier in kamer 482 van het Guest House at Graceland aan de Elvis Presley Boulevard in Memphis, Tennessee.

Door het raam is het witte hek te zien rond Elvis' voormalige rock-'n-rollhoofdkwartier - aanpalend aan dit reusachtige hotel - evenals de uitgebreide groenvoorziening: de bomen en struiken van Elvis. Daar is nu, 2 uur 's nachts, geen mens te bekennen, evenmin in zijn voormalige dienstwoning, waar hij van 1957 tot aan zijn dood op 16 augustus 1977 resideerde. De stilte van Elvis, hoe zou die klinken, in zo'n nacht.

The Big E

Ik ben al behoorlijk lang into The Big E, en ik was al twee keer op Graceland, maar zo dicht bij de heupwiegende atoomkern verblijven, daarvan kwam het niet eerder. Van de eerste keer herinner ik me de ontmoeting met Vester Presley, de tabak pruimende oom van Elvis, die zijn Presley Family Cookbook aan de man probeerde te brengen.

Tijdens de audiëntie die jaren later volgde, was ik resoluut voornemens mijn aanstaande op de trappen van Graceland te vragen, in mijn lichtblauwe westernshirt, ook nu present.

Reeds in het vliegtuig op weg naar Amerika zei ze, droogjes, roerend in haar gin-tonic: 'Alles goed en wel, maar je gaat me toch niet op de trappen van Graceland ten huwelijk vragen, hè?'

'Ben je mal, hoe kóm je erop?', riposteerde ik, schaapachtig.

Voorts memorabel: dat jaar kreeg de camper een plek op de Graceland RV Park & Campground, in de Love Me Tender Lane, waar de riolering spontaan een bolus ophoestte.

Als prominent bijgerecht van deze Grote Elvis Trip heb ik een keiharde afspraak met Dean Nichopoulos. Dat is een nazaat van Dr. Nick, de Griekse immigrantenzoon die Elvis tien jaar lang vol mikte met diverse pillen. Dean weet Elvis-technisch van wanten, want hij mocht op jonge leeftijd met zijn vader mee naar Graceland. Daar bekwaamde hij Elvis in het racquetball, met de schier onvervulbare opdracht hem in zijn laatste, duistere jaren op gewicht te houden.

In de zeer leesbare autobiografie (2010) van George Constantine Nichopoulos, zoals Dr. Nick voluit heet, valt te lezen dat de lijfarts bij zijn allereerste consult van The King een gevalletje zadelpijn aan de hand had, en dus de koninklijke reet van Elvis moest checken.

Met een slechte pers, vanwege zijn weinig adequate medische begeleiding van Elvis, legde Dr. Nick vorig jaar het loodje. Zoon Dean is nu een 61-jarige autoverkoper. Hij laat zich er telefonisch op voorstaan dat hij Elvis van zeer dichtbij heeft meegemaakt, en mag zich een voormalig lid noemen van de vaste jongenskeet van toen, The Elvis Mafia. Hij kijkt zeer uit naar een ontmoeting, ik hoef alleen maar te bellen, en hij stapt razendsnel in zijn auto van de zaak.

Na ontmoetingen met Priscilla (ex-koningin), Scotty Moore (ex-gitarist) D.J. Fontana (ex-drummer) en Pim Maas (ex-Nederlandse Elvis) is Dean geen overtreffende gesprekspartner. Maar als krabbelaar in de muziekgeschiedenis lijkt hij uitermate bruikbaar, zoveel getuigen zijn er niet meer, in levende toestand.

Het huis van Elvis

Als je het herenhuis binnenloopt, voorbij de leeuwen, de trap op, en even de deurklink aanraakt, is alles wat daaraan voorafging - flash - met een koninklijke bliksemflits overbodig. Dan bestaat dat onlangs geopende Graceland-entertainmentcomplex aan de overkant van de Elvis Presley Boulevard niet, waar Elvis in al zijn hoedanigheden wordt geëxploiteerd. Of vergeet je het Guest House at Graceland (450 kamers), toch een losgezongen resort, met stoelen in de lobby geënt op Elvis' glimmende witte supermanpakken.

Dan hoef je ook niet te denken aan de koekebakker van dit versgebakken Elvis-vastgoed, een gast uit New Jersey genaamd Joel Weinshanker. Die wil met zijn corporate heupjes van de firma Authentic Brands Group vooral zijn moneymaker laten shaken.

Hier in het huis van Elvis - nog wel het eigendom van de dochter en de ex van The King - kun je alleen maar sprakeloos rondlopen, langs Elvis. Alles is aangeraakt, niets is wreed, en hier geen duivels vermomde zakkenvullers. Hier is de majeur gedecoreerde biljartkamer van Elvis. De vele tv's van Elvis, waarop hij nog geschoten heeft. De keuken met hoogpolig tapijt. De stoppenkast van Elvis, met nog echte stoppen.

Oude fan

De trap van Elvis, naar beneden en weer naar boven. Echt hogerop, zoals de badkamer op de bovenste etage waar hij op 42-jarige leeftijd dood werd gevonden, is verboden terrein.

Als ik in de Jungle Room oog in oog sta met de speelgoedpanda en gitaar van Elvis, en de exorbitant exotische inrichting minutieus in me probeer op te nemen, klinkt daar een reeks ferme diepe zuchten. Die kondigen de komst aan van een bijzondere, groot uitgevallen bezoeker, die zich door de gang wurmt.

Joe Shelton (44) zit daarna uit te puffen op een bankje buiten, met uitzicht op de koninklijke stallen. Alle paarden van Elvis zijn inmiddels overleden, alleen Candy is nog een regelrechte afstammeling van Rising Sun, zijn hippische oogappeltje. Shelton is een sympathieke countryzanger uit Indiana, en hij is hier nu voor de tweede keer. 'De eerste keer nam zijn vader me mee, in 1977, net na de dood van Elvis', vertelt hij. 'Nu ik zelf zanger ben, moest ik hierheen, voor de inspiratie. Je moet weten, ik ben ooit begonnen door zijn liedjes mee te zingen.

'Joe staat op, en gaat naar het kantoor van Elvis, waar om de hoek een stel oude fietsen van Elvis hangen, en een buitenboordmotor. Het bakje met originele kogels van Elvis. Het handwapen van Elvis. Weer naar buiten: het - dorre - gras van Elvis. De racquetballzaal, waar Dean Elvis liet zweten, en waar Joe weer even gaat zitten. 'Toen ik nog een stuk magerder was, heb ik het weleens geprobeerd', zegt hij. 'Maar toen snapte ik al niet wat Elvis leuk vond aan racquetball.'

Voorts: een museale gang, waar de Graceland-huissleutels van Elvis te zien zijn. Zijn highschooldiploma. Het trouwpak van Hem & Haar. Een schitterende porseleinen kantoorhond, van Elvis. Foto's van de familie Toof, de oerbezitters van dit landgoed, vernoemd naar hun dochter Grace. Voor 100 duizend dollar werd het van Elvis, zijn pa en moe mochten er ook wonen.

En daar is de Meditation Garden, met het graf van Elvis Aaron Presley, en dat van zijn ouders, oma, en van zijn doodgeboren broer, Jesse Garon Presley. Aan de rand een witmarmeren kruis met Jezus Christus, waar - o hemelse verwarring - 'Presley' op staat geschreven. Joe gaat er even voor zitten, een moment van stilte, met z'n ogen dicht, niet alleen voor hem. Verderop klinkt zijn stem, een geluid zo helder als licht dat door een prisma is gezuiverd.

If I can dream of a better land

Where all my brothers walk hand in hand

Tell me why, oh why, oh why can't my dream come true

Aan de telefoon het autobedrijf van Dean. Nee, Dean is er niet, die is een paar dagen weg met zijn collega en vaste verkering, Lee. Sms naar Dean: 'Hoe laat zullen we elkaar zien?' Reactie: 'Ik ben een paar dagen de stad uit, ik spreek je snel.'

Het kruis van Elvis

Ik loop langs de Mississippi, op een zaterdagse uitgaansavond in Memphis. Deze in 1819 gestichte stad was ooit niets anders dan een eiland, in een achtergesteld landelijk gebied. Hier werd het katoen verhandeld, hier waren de winkels, de cafés en de banen. Zwart en blank, arm en rijk, boeren en stadslui gingen op in een gemengd, grootstedelijk geritsel.

Memphis gold als de city of dreams, de lonkende lichtjes die je zag flonkeren in de verte, vanuit de delta. Daar moest je naartoe, met een rugzak vol hoop. Je hoefde alleen de brug over te steken en je was er. Je wist niet of je het ging maken, daar, en of de straten echt met goud waren geplaveid, maar het was het proberen zeker waard.

Zo marcheerde de blues de stad binnen, en later de soul - en met Elvis de rock-'n-roll, in 1954. Elvis werd hier The King. Deze vetgekuifde boerenkinkel bouwde alles op, om het allemaal weer kwijt te raken. De ongeëvenaarde roem en enorme rijkdom werden een ondraaglijke last - het kruis van Elvis, zelfs na zijn dood. Want bij zijn overlijden verzekerde manager Colonel Parker dat alles gewoon verder zou gaan, in commerciële zin, dat nu de dolende geest van Elvis the Pelvis in de uitverkoop ging.

Op de grond van de Sun Studio, een paar straten verderop, is het kruis(je) van Elvis gemarkeerd. Hier stond hij, in juli 1954, tijdens de oerknal van de rock-'n-roll. Na wat gejammer eiste studiobaas Sam Philips van die goedgekapte vrachtwagenchauffeur wat meer bluesy gegrom vanuit de onderbuik - en Elvis zette het gas open: That's All Right Mama rock-'n-rolde eruit.

Als je wilt, mag je even aan de originele microfoon likken, waarin het spuug van 63 jaar muziekgeschiedenis is opgehoopt.

Jeugdvriend

De oude jeugdvriend van Elvis humt en heeft een wiebelend rechterbeen. Guy Harris zit in een zaaltje, net achter het ontroerend pittoreske geboortehuis van Zijne Heupwiegende Hoogheid in Tupelo, Mississippi. De moeder van de oude jeugdvriend was getuige van de geboorte van Elvis, vertelt hij. Gladys Presley lag nog op bed, terwijl net was vastgesteld dat haar zoon was overleden. Ze zei: 'Ik heb nog zo'n raar gevoel in mijn buik, haal de dokter.' 'En toen kwam Elvis, Gladys wist niet dat ze een tweeling droeg', vertelt Guy (78). 'Elvis werd mijn vriend, en op zondag zongen we samen in het jongenskoor in de kerk. Ik weet nog heel goed dat-ie een gitaar had gekregen, en dat-ie op de veranda Old Shep zong.'

Op de heuvel, achter het geboortehuis, staat Elvis in brons, zijn armen gespreid, afgebeeld als een engel.

In het centrum van Tupelo, voorbij een standbeeld van een rockende Elvis, kun je op de grond van een ijzerwarenwinkel staren naar het kruis van Elvis. De recalcitrante snoodaard wilde als 11-jarige een handwapen, maar op de gemarkeerde plek kocht zijn moeder een gitaar - 'the unwanted gift'.

Op 6 november 1948 reden vader en moeder Presley met de 13-jarige Elvis in hun gammele groene Plymouth naar Memphis om de armoede in Tupelo te ontvluchten, een rit van slechts twee uur - maar een wereld van verschil.

'Nee', zegt de dame van het autobedrijf aan de telefoon, 'Dean is er nog steeds niet.' 'Dean, lukt het?', sms ik.

It's Now or Never

Ik sta in de barstensvolle nok van Earnestine and Hazel's, ergens in Memphis, met een Ghost River-bier (red label) in mijn hand. In de dames-wc van deze onstuimige horecagelegenheid zitten kogelgaten, en die vettige hangkamers in de gang waren niet lang geleden afwerkplekken. Beneden speelt een southern combo de soulburgers van de bakplaat, en hierboven staat Jesse Smith, een magere man met hangende schouders zielsalleen op z'n sax te blazen. Begeleid door een afgeragde taperecorder komt er een meespeelversie voorbij van My Funny Valentine - en Elvis kijkt vanaf de muur goedkeurend toe, hier staat iemand in zijn geest er alles uit te persen. Dean kan de pot op. It's Now or Never, zei Elvis al. O ja, in de binnenzak van mijn leren jas heb ik een stukje hout, iets groter dan een hartklep. Het is afkomstig van een Northern Catalpa (Catalpa speciosa), ook wel de trompetboom genoemd, die in juli schitterend bloeit. Op Graceland.

Foto: Elvis' jeugdvriend Guy Harris
 
 
Gepubliceerd: 29 april 2017, 09:11
Bron: De Volkskrant/ElvisMatters / Gepubliceerd door: ElvisMatters - Jeroen Vanderschoot .
 
  Overname van dit nieuwsbericht is toegestaan mits met bronvermelding: www.elvismatters.com.  
 
 
 
 
 
Follow ElvisMatters on Twitter
FTD 7" - Elvis Is Back