Europese Tournee trekt langs volle zalen
6 X SOLD OUT
Als een wervelwind raasde de Elvis-trein afgelopen oktober door Europa. Overal waar de Originele begeleidingsband van Elvis halt hield, wachtte hen een uitverkochte zaal. Parijs, Milaan, Trondheim, Oslo, Eindhoven, Turnhout… de fans kregen er geen genoeg van. Een verslag van achter de schermen.
- Peter Verbruggen
Na de succesvolle tour van 2007, met liefst elf haltes in zeven verschillende landen, rees al snel de vraag: kunnen we deze stunt herhalen? Uiteindelijk was het de goede samenwerking met de buitenlandse clubs die ons over de streep trok: onze Franse vrienden van Elvis My Happiness, onze Italiaanse collega’s en de crew van ‘Flaming Star’ hadden allemaal grote interesse om opnieuw met ElvisMatters in zee te gaan. Met zoveel vertrouwen, en met zoveel warme reacties van de artiesten zelf, konden we onmogelijk “neen” zeggen. En dus trok de Elvis-karavaan twee weken lang opnieuw door Europa, met België en Nederland als uitvalsbasis.
Ook al was de eerste show pas voorzien op 9 oktober, toch streken de eerste muzikanten al op 1 oktober neer in Zaventem, Brussel. Ron Feuer (Elvis’ keyboard player in het Joe Guercio Orkest) heeft namelijk een heel speciale band met België: zijn zoon Ian (Feuer) was jarenlang een gevierd voetballer in de Belgische voetbalcompetitie, en de familie onderhoudt sindsdien warme banden met Ians “tweede thuis” in Hoeselt. Voor Ron Feuer was het dus niet alleen een blij weerzien met oude vrienden, maar ook een ideale kans om de tournee met enkele dagen vakantie te beginnen. Ook Joe Guercio was vroeg van de partij, omdat hij met het orkest enkele nieuwe arrangementen wilde doorlopen. Op 6 en 7 oktober was het dan alle hens aan dek, om de overige 12 Amerikanen op te wachten en tot in hun hotel te brengen.
De repetities verliepen uitermate vlot, en ook de nieuwe nummers in de setlist, zoals “I Got A Woman/Amen”, “Mary In The Morning”, “I Can’t Stop Loving You” en “It’s Midnight” stonden in geen tijd stevig op hun poten. Per slot van rekening waren dit de muzikanten die de nummers samen met Elvis hadden ingestudeerd, zodat het veeleer een kwestie van ‘opfrissen’ was, dan van ‘studeren’.
Al bij de eerste stop, in Parijs, bleek dat vooral de nieuwe nummers op een warm onthaal mochten rekenen: de ‘Grand Rex’ (met 3600 beschikbare plaatsen) was overigens de ideale locatie om de Europese Tour te beginnen: de schouwburg lijkt zo weggehaald uit Las Vegas, met een gigantisch podium in de vorm van een Würlitzer Jukebox, en luxe zetels die zelfs in de meest moderne bioscopen niet te vinden zijn. De Parijse fans gaven hun idolen de ene staande ovatie na de andere. Een bomvolle zaal die zo uit z’n dak gaat voor de nummers van Elvis en z’n originele muzikanten – het blijft een fantastisch gevoel om dat mee te maken.
Daags na de show in Parijs, wachtte de artiesten hun enige vrije dag van de hele tour. James Burton dook de studio in, drummer Paul Leim en z’n vrouw Jeanie verkenden het Parijse nachtleven, terwijl de meeste andere artiesten de typische toeristische trekpleisters opzochten: de Eiffeltoren, het Louvre en de Arc de Triomphe.
De tweede halte was Milaan, waar Dennis Skopaz en Franco Rapillo het prestigieuze concertgebouw Guiseppe Verdi hadden afgehuurd voor de Elvis-show. Opnieuw een volgelopen zaal, die al vanaf het openingsnummer “See See Rider/That’s All Right Mama” recht veerde. De plaatselijke organisatoren hadden het slim bekeken: op de affiche stond niet alleen een erg bekend – lokaal – voorprogramma (Stefano Bardelli and the Dreamers), maar ook de Italiaanse remix-DJ Spankox was van de partij, die wereldwijd geroemd wordt omwille van z’n moderne Elvis-bewerkingen. Eigen kwaliteit, en de originele band: die mix sloeg aan, in een land waar verhoudingsgewijs weinig fans wonen. Mogelijk bracht deze tournee een kentering, en zien we ook in Italië meer en meer “grote” Elvis-concerten.
Met een bruisend Italië achter hen, vloog de hele groep opnieuw naar Brussel, waar een luxe-bus hen opwachtte om naar het hotel te rijden. Een dag later stond immers Nederland op het programma, in onze inmiddels vertrouwde podiumzaal van het Frits Philips Muziekcentrum. “Vertrouwd”, want na mei 2006 en september 2007, was het alweer de derde keer dat we met deze groep Elvis-vertrouwelingen de zaal volspeelden. Maar anders dan de voorgaande jaren, kozen we dit keer voor een zit-opstelling. Geen 1800 zit- en staanplaatsen dus, maar uitsluitend zetels. Het was dezelfde zaal, maar de andere opstelling gaf het concert een compleet ander beeld. Intiemer, rustiger, meer gefocust ook. Als kers op de taart zorgden we voor twee gigantische videoschermen in de nok van de zaal, zodat alle podiumbewegingen op wit doek gevolgd konden worden. Diezelfde schermen gaven ons ook de gelegenheid om 5 jaar ElvisMatters in woord en beeld te brengen. Verbazingwekkend hoeveel activiteiten er op een kwartiertje tijd voorbijkwamen, met één onuitwisbaar citaat dat bleef hangen, uitgesproken door John Wilkinson: “It is Very Cool to be an Elvis Fan”. Ook al was John zelf niet aanwezig, zijn woorden kregen wéér applaus in de zaal.
De spits in Eindhoven werd afgebeten door Maarten Jansen & Band, die voor de gelegenheid een forse duik in het verleden namen, en halt hielden bij de fifties en sixties hits van Elvis. Opvallend ook hier: Maarten koos niet enkel voor de bekendste hits, maar gooide er ook enkele onverwachte nummers tussen, zoals “Shoppin’ Around”. Maar de hoofdmoot was uiteraard voor de grote show met de Sweets, de Imperials, de TCB Band (met een waanzinnig goede Paul Leim op drums), Joe Guercio en zijn orkest en lead vocalist Terry Mike Jeffrey. We kunnen uren praten over deze spectaculaire cocktails van toptalent, muzikale hoogtepunten en staande ovaties, maar waarom zouden we herhalen wat de bezoekers ons daags nadien massaal mailden? Een greep van hun reacties vind je op de volgende bladzijden.
Volgende haltes: Trondheim en Oslo, in Noorwegen. Ook daar verzorgde Maarten het voorprogramma, en werd de groep Elvis-muzikanten op warm applaus onthaald. De voorzitter van de Noorse fanclub Flaming Star, Pal Grandlun, zorgde zelfs voor een extra verrassing door een gastzanger op te trommelen tijdens het tweede deel. Daardoor werd de ‘vaste set’ wat door mekaar gegooid, en kregen de Noorse bezoekers enkele extra nummers te horen, zoals In The Ghetto en My Way. Na vier dagen was het alweer tijd om terug te keren naar België, voor de slotshow in de Turnhoutse schouwburg De Warande.
Ook al was de voorbereiding en de Tour tot dan toe vlekkeloos verlopen, toch moesten we voor de show in Turnhout een belangrijke fout erkennen. Vorig jaar, in september 2007, speelden we met deze artiestengroep nog moeiteloos de 2200 plaatsen tellende Elisabethzaal in Antwerpen vol. Maar 2008 zou een “off year” worden, omdat de media nu eenmaal minder aandacht heeft voor de 31ste overlijdensdag, dan voor de 30ste. En dus speelden we op zeker door een zaal van 780 plaatsen te boeken. En dat was een inschattingsfout, geven we toe: al na 6 weken waren meer dan 700 kaarten de deur uit, zonder noemenswaardige promotie of publiciteit. Het brak dan ook telkens ons hart om mensen die om tickets belden, te moeten teleurstellen. Wat hadden we graag een tweede show bijgeboekt, maar dat ging om technisch-logistieke redenen niet. Het leidt immers geen twijfel dat we die tweede zaal óók moeiteloos volgespeeld hadden. De les die we hieruit trekken, is alvast deze: als we deze krachttour nog een keer organiseren, kiezen we opnieuw voor grotere zalen, met minimum 1500 plaatsen: twéé keer zo groot dan de Warande, dus.
Maar de “kleine” zaal (nu ja, 780 is nog een immens aantal!) had ook zijn charmes: het leek alsof de setting een pak intiemer was, met artiesten die letterlijk dicht bij hun publiek stonden. Net voor Maarten Jansen de muziektrein een laatste keer op gang mocht trekken, programmeerden we een korte clip van nauwelijks 3 minuten, op de bombastische tonen van “O Fortuna” – we wísten dat die clip zou aanslaan, omdat we er zelf erg van onder de indruk waren. Ons fan-voorgevoel had ons niet bedrogen: de clip sloeg in als een bom, zeker nadat de licht-crew nog voor een verrassend podiumeffect had gezorgd met vuurwerk. Kortom: de toon was gezet, de zaal was klaar. In die zaal verwelkomden we ook een 50-koppige delegatie uit Denemarken: dankzij onze goede contacten met fanclub ‘Elvis Unlimited’, waren 50 Denen tot in Turnhout gereden om de show bij te wonen. Een bewijs te meer dat samenwerking zoveel méér oplevert dan achterklap en jaloezie.
Voor de artiesten betekende de show in Turnhout ook de afsluiting van een tournee die hen nu al twee weken samen had gebracht, en dat merkte je aan het enthousiasme op het podium: Jerry Scheff trok gekke bekken naar de camera, Joe Guercio liet de muziek extra dik aanzwellen en James Burton toverde de ene solo na de andere uit zijn gitaar. Maar, net zoals bij alle andere shows, was de gospel-sectie het onbetwiste hoogtepunt: zodra de Imperials “Sweet Sweet Spirit” inzetten, kon je een speld horen vallen – geen wonder ook dat de zaal als één man rechtveerde, en lustig meedanste met het uptempo volgnummer “O Happy Day”. Een magistrale uitvoering van “How Great Thou Art” met Terry Mike Jeffrey, de koren en het complete orkest, maakte dit gospelfeestje compleet. Van danaf was het in laatste rechte lijn naar de finale, met “Suspicious Minds” en “American Trilogy” als knallende afsluiters.
Véél te vroeg eindigde deze prachtige avond, die in de kolkende zaal nog minutenlang nazinderde met (helaas vergeefs) We Want More-geroep.
De enige vraag die overblijft, is natuurlijk: komt er een nieuwe editie van deze supershow? Het antwoord kennen we op dit moment nog niet. Afgaand op het enthousiasme van de artiesten en de fans, moeten we dit in 2009 nog een keer herhalen. Maar tegelijk hebben we nu al erg ambitieuze plannen voor volgend jaar, dat het maar de vraag is of we deze krachtinspanning er nog kunnen bij nemen. Afwachten, dus.
Héél veel dank aan alle bezoekers, helpers, muzikanten, sympathisanten en leden voor zoveel Elvis-plezier: that’s what makes it all worthwhile…
|